224
de inwoners keuren ende geloden daerin te leggenbovendien
verleende de graaf aan de inwoners van het te bedijken land
tolvrijheid door het geheele grafelijke gebied en vergunde hun
"in Tholen te malen;'''' wederkeerig werd aan die van Tholeu
toegestaan hun koren te malen in Vosmeer."
De bedijkte gronden werden vrijgesteld van alle beden scho
ten en heervaarten voor den tijd van zeven jaardaarna moest
slechts een derde gedeelte van de grafelijke geschotenwaartoe
de polders van Tholen zouden worden aangeslagenworden op-
gebragt en voor den eigendom met de daaraan verbonden voor-
regten werden '/2000 gouden Geldersche guldens" betaald
De koopbrief dagteekent 3 November 1410 en de bedijking
zal alzoo eerst in 1411 zijn aangevangen. Of zij ook in het
zelfde jaar nog is voltooid, is niet gebleken doch afgaande
op den omvang des te vormen poldersis na te gaandat
zeker eene groote krachtsontwikkeling is noodig geweestvoor
liet geval eene oplevering vóór den daarop gevolgden winter
heeft plaats gegrepen.
Vóór de inpoldering waren ook deze gorsen met tal van kre
ken doorsneden waarvan nog allerwegen blijken in waterlei
dingen en wegen voorhanden zijn. Alleen de ondiepe geulen
zijn in den loop der tijden onzigtbaar geraaktdoch met be
hulp van de overblijfselen der meer vermogende kreken kon
de onbedijkte toestand overal vrij naauwkeurig worden voor
gesteld.
Voor de inpoldering dezer gronden moest een buitendijk
langs den rand er van worden opgeworpen. Deze dijkdie
nog overal aanwezig is, neemt een' aanvang aan den zuidoos
telijken hoek van den polder Dalem sluit op 'het eind aan
den polder Broek aan en is ongeveer 6400 meter lang. Een
belangrijk stuk van den Vosvlietdie vroeger de Ee met het
Vosmeer verbondwerd door het leggen van deze waterkee-
ring afgesloten en ingepolderd. Blijkens de gesteldheid van
L) Ermerins. Beschrijving van Vosmeerpag. 284.