226
dat alstoen vijf polders van het waterschap zijn doorgebroken j
doch tot deze zullen vermoedelijk de toen reeds bestaande vier
aan zee gelegen dijkages hebben behoordterwijl de vijfde even
zoo goed deze als de Kerkepolder kan zijn geweest
Door den vloed van 26 Januarij 16S2 brak de polder weder
in en zijne voormalige waterkeering leed gedurende de bevloei-
jing der voorpolders zoozeer schadedat alleen tot herstel
daarvan een niet onbelangrijk geschot moest worden omgesla
gen 2). De eigenlijke doorbraak voor welker sluiting 68 roe
den lands werd onteigendlag tegenover den Langewegzij
was van geen ernstigen aarddoch vorderde belangrijke uit
gaven alvorens zij weder was gedigt.
Ook in Maart 1715, toen een niet minder hooge stormvloed
plaats had, drong de zee door eene bij den laatsten Stuiver"
ontstane dijkbreuk naar binnen de polder vloeide dus ander
maal en nu tot schier dijkshoogte onder waardoor het gezaai
geheel verloren ging En was de schadebinnendijks door
dien stormvloed aangerigtgrootde grondeigenaren moesten
zich nu ook belangrijke uitgaven getroosten voor het opwerken
eener verschkade tegenover het oudergevloeide Slabbecoorn al
vorens herstel van hunnen gebroken dijk mogelijk was. Het
totaal der inkomsten uit eenen buitengewonen omslag gevonden
bedroeg ruim 616 Vlaamsch welk bedrag, zoo voor het
heelen der ontstane schadeals voor liet onteigenen van omtrent
2 gemeten landswerd besteed.
Niet minder geducht voor dezen polder was de stormvloed
van 1 Januarij 1721. De Oude-Kijkuitpolder was overstroomd
en het daarin opgestuwde water beukte zoozeer den voormaligen
zeedijk van de onderwerpelijke bedijkingdat hij slechts met
de grootste inspanning van doorbraak bleef verschoond. Overal
was het gevaar grootdoch de diepste gaten werden met zeilen
bespannen en in de doorsneden voor overwegen had tijdens het
1) Ebmerins. Vosmeer, pag. 27.
2) Archief der polders van Oud-Vosmeer.