231
zelfs is bezweken. Sporen daarvan treft men evenwel niet
aan, weshalve daaromtrent niets met- zekerheid kan worden
berigt.
Gedurende het verder verloop der 1 Pf en het eerste gedeelte
der 17e eeuw, verneemt men niets omtrent de lotgevallen van
dezen polder, zoodat ook niet kan worden gezegd, in hoeverre
deze gronden, door stormvloeden, als die van 1570 of 1625,
zijn beschadigd. Meer bescheiden zijn daarentegen voorhan
den, betrekkelijk de uitwerkselen, die de stormvloed van 26
Januarij 1682 hier heeft gehad. Door dezen was de on-
dertusschen herdijkte ilikkepolder weder ondergevloeid en het
water viel den ook alstoen in zeedijk veranderden binnendijk
dermate aandat deze tegenover den voormaligen Vosvliet
waar hij het laagst was, over 100 meter lengte, bezweek.
Eene diepe wiel nam de plaatswaarop de dijk was aange
legd inen de geheele polder vloeide tot dijkshoogte onder
water.
Tot herdijking van den polder werd buiten de ontstane kolk
om en alzoo over den grond van den Hikkepoldereene kade
opgevletdie bij hare gebogene strekking eene lengte had van
38 roeden of 136 meter. Deze kade is onmiddellijk daarop tot
eene volledige waterkeering opgewerktwaartoe tal van werk
lieden van Westkerke en Slavenisse werden gebezigd. De op
die wijze verkregen nieuwe dijk kwam weldra aan zijne hoogte
want men had bij de uitvoering er van gelukkig met geene
uitzetting of verzakking te kampen. Tijdens de bevloeijing van
den Hikkepolder was daarop echter nog voorziening noodzake
lijk, want zonder deze liep men eiken dag gevaar veel van den
aangevoerden grond te verliezen. De herbedij kings werken aan
de Zoeteweelhadden eene uitgaaf van nagenoeg 613
Vlaamsch na zich gesleeptzonder de kostendie de polder
ook nog moest dragen in de vernieuwing van den uitwaterings
duiker die tengevolge van het doorbreken van den dijk was
weggespoeld. Voor al deze uitgaven was echter geen dijkge-
schot omgeslagenal de benoodigde gelden waren onder verband