234 zijn aangewonnende vijfde bedijking van de gemeente Oud- Vosmeer. De gronden van dezen vrij uitgebreiden polder zijn grootendeels in of langs den Vosvliet opgekomen en van daar, dat hunne inpoldering ook eerst eeuigen tijd na de vorming van den achtergelegen Kerkepolder kon plaats hebben Na de afdamming van dit water bij de Zoetewielzal echter spoedig verzanding van het buitengepolderde deel zijn gevolgd hetgeen nog allezins is na te gaan uit de ondiepe gesteldheid der daar van overgebleven geuldie langs de kust van den Broek polder en verder in noordelijke rigting tot in het Maarloo bij de bedijking van den polder reeds tot eene betrekkelijk kleine kreek was vernaauwd. Ook de zijtak van dien stroom die in de Heenetrecht" uitmondde, was bij zijne inpoldering grootelijks verzand doch de loop der beide wateren wordt nog altijd door watergangen en hellingen in het terrein aangewezen. De geul van den noordelijken uitloop van den Vosvliet strekte zelfs tot in het laatst der voorgaande eeuw nog tot grens tus- schen de heerlijkheden van Vosmeer en Vrijberghe. De gronden van Onze-Lieve-Vrouwepolder zijn vermoedelijk in 1515 ontgonnen doch de oude dijk waarmede zij aan de zee zijn onttrokken is welligt verloren gegaan daar deze dijk age reeds in 1532 ophield te bestaan. Het kan evenwel ook zijn, dat later, bij de herbedijking, het overgeblevene der waterkeering is verzwaard of tot eenen nieuwen dijk is opge hoogd. Blijkeu zijn wel is waar daarvan niet voorhanden doch bi] eene andere gevolgde rigtingzouden al ligt nog spo ren van den ouden dijk in den polder aanwezig zijn, en daar van wordt niets opgemerkt. Hoe het zij de laatstelijk voor deze gronden dan aangelegde of wel verzwaarde dijk is 3450 meter lang en deze werd aanvankelijk door de Eendragt en de Krabbekreek bespoeld. Bij de inpoldering van den Vogelsangpolder ging eene lengte van 410 meter eu bij het tot stand komen dei- polders Oost- en Nienw-Vrijberghe, achtereenvolgens vakken van 480 en 560 meter in binnendijk over. De stroom heeft dezen polder geen nadeel toegebragtlangs

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 256