235 zijnen noordkant ontstonden reeds vroeg uitgebreide schor ren en langs zijnen oostkant deed hem de Eendragt waarin geen zwaar getij liep, ook niet veel schade. Doch al werden de oevers niet afgeknaagden de dijken niet door den golfslag gebeuktvan rampendoor stormvloeden veroorzaaktbleef ook deze bedijking niet verschoond. Reeds op den 5 November 1530 brak de dijk van Onze- Lieve-Vrouwepolder door; de daarachter gelegen gronden vloei den eenigen tijd onder en de waterkeering werd zoozeer bescha digd dat eerst in het daaropvolgende jaar tot herbedijking besloten werd. In den zomer van 1531 greep herstelling der ontstane schade plaatsdoch door den niet minder geduch- ten vloed van 1532 ging al het uitgevoerde weder verloren. De polderter naauwernood herdijktdook alzoo op nieuw on der de golven en werd zelfs niet meer herdijkt. Het schijnt, dat het ingelanden aan de noodige fondsen ontbrakwant wel werd in 1536 en dus kort na de laatste overstrooming en ook in 1549eene begrooting van kosten tot herbedijking opge maakt, doch daar bleef het bij. Eerstin 1561 had eene nieuwe inpoldering plaatsdoor de opwerking eens dijkszooals die heden nog daar voor ons ligt 1). Of de nieuw ingedijkte polder door den vloed van 1570 groote schade heeft geledenis niet bekendwel wordt dit ver moed en met het oog op de zeker alstoen nog niet volledig ingeklonken waterkeering, was zulks ook niet te verwonderen 2). Na dien tijd bleef hij lang van schade en rampen bevrijd; de dijkgescliotenwelke jaren achtereen tot onderhoud der zee wering werden gevorderd, waren zeer gering; doch later trof hem nog eenmaal een zware slag. Het was namelijk dooi den vreesselijken storm van 26 Januarij 1682 waardoor de dijkjuist tegenover een der vroegere uitloopen van den Vos- vliet of vóór de groote kreekdie den polder over zijne breedte Archief der polders van Oud-Vosmeer. Ekmerüss. Beschrijving van Oud-Vosmeer, pag. 31 en 32.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 257