241
en Vogelsang, tengevolge van deze invloeijiuginsgelijks waren
doorgebroken en de vloed bij de opening in den zeedijk der
halve eerst moest worden gekeerdalvorens aan het digten van
deze kon worden gedacht.
De kosten tot sluiting van den zeedijk zelve, welke 272
3 jj 1 1 Vlaamsch bedroegen, kwamen geheel ten laste van
deze dijkage en waren gevonden uit een' omslag van 5
Vlaamsch per gemet 1).
Tengevolge van dit ongeval greep in het volgende jaar eene
gansche verbetering van den zeedijk plaatsde kruinwaar
over het water allerwegen was beengevloeidonderging daarbij
eene verhooging van 2 voet of 0,56 meter, en de beloopeu
werden daarbij merkelijk schuiner dan voorheen aangelegd.
Een en ander had plaats met schorgroud die voor het groot
ste gedeelte aan de gorsen van den Dalempolder werd ontleend.
Het zou voor ingelanden van deze kleine bedijking hoogst
bezwarend zijn geweest de uitgaven van een zoo kostbaar werk
te bestrijden ware er geene hulp van elders verleend. In het
vorige jaar toch was reeds tot herstel van den gebroken dijk
30 per gemet of 75 per hectare omgeslagen en was nu
ook de uitgaaf voor die dijksverbetering geheel ten laste van
ingelanden gekomen dan zou binnen den tijd van twee jaar
een omslag van nagenoeg 70 per gemet of van ruim f 178
per hectare over de dijkerslanden zijn noodig geweest. Tot
dekking der kosten van het uitgevoerde aardewerk was echter
maar een geschot van 6 13 8 *1 Vlaamsch omgeslagenhet
overige was verkregen uit een gelijken omslag over het vroon-
en dijkersland van den polder Oud-Vossemeer en uit een ge-
schot van 2 gulden 5 stuivers per gemet over de 33 gemeten
49 roeden vroonen in dezen polder gelegen 2).
Kort na de overstrooming van 1715 leed de polder op
nieuw een' zwaren slag. In 1720 namelijk, toen de Oud-Kijk-
16