•242 uitsche sluis werd vernieuwd is deze dijkage tengevolge van het doorbreken van den vingerlingandermaal ondergevloeid. Wel was tijdens het instroomen van het water in den polder Oud-Kijkuit, het duikertje in den binnendijk in allerijl met zeilen en aarde gedigtdoch het water klom zoo hoog en stortte met zooveel geweld over den niet sterken binnendijk dat deze eindelijk bezweek waardoor de polder in weinige oogenblikken geheel onder de golven dook. Deze gebeurtenis die in het midden van den barren winter plaats greep, ontmoedigde inge landen zeer en niet zonder redenwant nog werkte de vorige overstrooming nadeelig op den poldertoen deze slag hen weder op zoo gevoelige wijze trof. En niet alleen dat de ge deeltelijk herkregen vruchtbaarheid nu andermaal groote schade leedook het herstel van den dijk eischte opnieuw zware offers. Men sloeg evenwel weder spoedig handen aan 't werk om het ongeluk te boven te komen. Vóór de gevallen opening in den zeedijk van den polder Oud-Kijkuit werd binnendijks een dam gemaakt en den gebroken binnendijk zocht men onder- tusschen met behulp van daartoe ontboden Hollandsche werk lieden te digten. Men slaagde er in den vloed spoedig te stuiten, daar de dijk, in de met zinkstukken bezonken door braak niet uitschoof of verzakte en dus zonder eenige vertraging kon worden opgewerkt. De kosten van den afsluitdam kwamen voor gemeenschappelijke rekening van de polders Oud-Kijkuit en Slabbecoorndoch in de uitgaven voor de sluiting en de daarop ook gevolgde geheele verhooging van den binnendijk droeg deze polder voor drie vijfde en de polder Oud-Vossemeer voor iwee vijfde gedeelten bij. De dijkgeschoten liepen, niet tegenstaande de medewerking van ingelanden van den aanliggenden polder toch hoogzij bedroegen 2 17 per gemetterwijl in het volgende jaar, toen schier nog niets kon worden bezaaid, voor de voltooijing der sluis moest worden bijgedragen met een1 omslag van 1 3 4 ff per gemet 'j. Archief der polders van Oud-Vosmeer.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 264