Oud-Kijkuitpolder. De polder ouder deze benaming be kend is eene bedijkingtegen de polders Kerke en Slabbcoorn aangewonnen weshalve hij ook eerst na het ontstaan van deze kan zijn tot stand gekomen. Wanneer de bedijking er van 244 derde de zeedijk toch steeds een niet ligt onderhoud en van daardat zijne afmetingen slechts langzaam in doelmatigheid winnen. Wel is de staat der zeeweringen vooruitgegaan, doch de toestand er van is nog altijd van dien aard, dat veel daaraan kan worden verbeterd. De dijk heeft eene gemiddelde hoogte van 4,65 meter boven A. P. en is over 1405 meter kunst matig verdedigd. Over 502 meter, langs of tegenover het schor zijn geene voorzieningen noodzakelijk. Nopens de uitwatering van dezen polder valt niet veel te zeg gen. Hij sueert op den polder Oud-Kijkuit door een' steenen duiker in den zoo dikwijls door het water bezweken binnendijk. Blijkens de voorhanden bescheiden op dezen polder betrekking hebbendegeschiedde de looziug van het hemelwater ook vroe ger langs dezen wegdoch tijdens op het oostelijke eind nog geene aandijking of voorpolder bestondmoet de dijkage of op de Eendragt door eene zeesluisof op den polder Oud-Vos- semeerdoor eenen binnenduiker hebben uitgewaterd. De grootte van den polder bestond in 1479 uit 90 gemeten dijkersland en 60 gemeten vroonland; in het midden der 17e eeuw beliep zij nog 89 gemeten 262 roeden. Door plaats ge had hebbende overstroomingen is 's polders oppervlakte weinig verminderd want, in 1682 spoelde maar 186 roeden en in 1715 slechts 66^- roede lands weg. Thans omsluit de zeedijk eene oppervlakte van 84,9079 hectaren schotbaar- en 12,3691 hectaren vroonlandeen en ander uit middelmatig zwaredoch doorlatende klei bestaande. Bij een bezit van 4 hectaren schotpligtigen eigendomis men ingeland.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 266