246
ming des polders aan verzanding en vernaauwde eindelijk tot
eene kreekwaarvan ter naauwernood meer sporen aanwezig
zijn. Ook de uitloopen der andere binnengedijkte kreken wa
ren spoedig verzand en in en langs deze gesloten geulen ver
rezen weldra de gronden die thans onder den naam van Leguit
staan bekend.
Heeft ook deze polder niet door de schuring van het water gele
den van andere ongevallen bleef hij daarentegen niet verschoond.
Uit de strekking van zijne voormalige waterkeering is evenwel
na te gaan, dat deze op het noordwestelijke gedeelte, tijdens
de zee die bespoeldenooit is gebroken geweest. Wel is
daarin nog eene beduidende opening, doch deze draagt alle
blijken van te zijn ontstaan bij gelegenheid eener overstrooming
van den polder Leguit. Grooter sporen van door het water
aangerigte verwoestingen zijn daarentegen voorhanden in het oos
telijke gedeelte bij de aansluiting aan den polder Slabbecoorn,
Daar waren de rampendoor stormvloeden veroorzaaktvan
zoodanig ernstigen aard dat zelfs eene geheele wijziging van
de strekking der waterkeering is noodig geweest.
Of de polder door de hooge vloeden van 1509 en 1530
is ingebroken kan vooralsnog niet met zekerheid worden ge
zegd evenmin kan worden bepaaldof de Allerheiligenvloed
van 1570 daaraan groote schade heeft berokkend. Als wij
evenwel nagaan dat door den laatstgenoemden stormvloedhet
tegen zijne oude waterkeering aangedijkte Karnemelksland-pol-
dert.je verloren ging dan kunnen wij het er wel voor houden
datis hij al niet overstroomdtoen toch wel in meer of min
dere mate door het zoute water zal zijn bedekt geweest.
Meer zekerheid hebben wij omtrent de uitwerkselen die de
stormvloed van 2(5 Januarij 1682 ook aan deze dijkage heeft
gehad. Deze vloeddie inzonderheid voor de Vosmeersche
polders in het algemeen zoo noodlottig was baande zich ook
tot over hare velden eenen weg. Niet van den zeekant echter
maar van de zijde van den polder Slabbecoornwas het water
naar binnen gedrongen.