247
De zeedijk bleef dus van doorbraak bevrijd; en, hoe groot
eene ramp als de onderhavige nu ook wastoch zou eene
breuk in de wat.erkeering de zaak nog veel ernstiger hebben doen
zijn. De herbedijking, die na de sluiting van den gebroken
zeedijk van den polder Slabbeooorn zich slechts bepaalde tot
het digten van den binnendijkberokkende geene groote gel
delijke uitgaven. Het daarvoor omgeslagen geschot bedroeg
evenwel nog 1 5 fi Vlaamseh per gemetmaar daaruit wer
den ook de kosten gevonden voor het verhoogen van den zeedijk
over 120 roeden lengte, Dochal wezen wij op het minder
omvangrijke der schade aan de dijken ontstaan het nadeel door
het zoute water aan liet gezaai berokkend, was daarentegen groot;
ook de vruchtbaarheid van den grond had veel geledeneene
zaak in den regel nog ergerdan de onmiddellijke vernietiging
van het daarop staande gewas.
Een nieuwe slag trof den polder in 1715, toen de zwakke
dijk van Slabbeooorn door den sterken drang van het water
weder bezweek. Ook bij die gelegenheid vloeide het water aan
vankelijk over den binnendijk naar binnen docheven als bij
de vorige overstrooming was daardoor doorbraak ontstaan door
welke de vloed eindelijk onbelemmerden toegang verkregen
had tot deze gronden. De schadedoor dien storm aan de water-
keering ontstaan, was echter nog van geringer omvang, dan die,
welke door den vorigen vloed was veroorzaakt, maar binnen
dijks waren de tot gevorderden staat van ontwikkeling gekomen
vruchten geheel vernietigd en het nadeeldoor het zoute water
aan het land toegebragtwas ook ditmaal niet gering.
Eene der zwaarste overstroomingen dezen polder ooit over
komenwas ongetwijfeld die van 1720 en het zal dus noodig
zijnbii deze wat langer te verwijlen. In den zomer dan van
genoemd jaar had eene vernieuwing der zeesluis plaatseen
werkdat door onderscheidene oorzaken zoozeer was vertraagd
dat de oplevering er van zelfs niet vóór het invallen der win
terstormen had kunnen plaats grijpen.
De veiligheid van den polder hing dus, ook laat in het jaar,