20 de Ooster-Scheldevroeger voor een groot gedeelte onder den naam van //Sint-Adriaansdijkbekend, aan de zee prijs gege ven ja zelfs een stuk van den oudsten inlaagdijk was daar door weggespoeld, en welk eene gebrokene kust de verlaten landen met de nog overgebleven dijkstukken opleverdenvindt men op eene der bijgaande kaarten aangetoond. Met de belangrijke buitendijkingen van de laatste jaren was evenwel één voordeelhet ontstaan van breede vooroevers verkregenvoor het overgeblevene gedeelte brakhoofdza kelijk met het oog op de vele grondbraken daarom nu ook een tijdperk van verademing aan. Ook de uitwerking van den golfslag was door het ontstaan dezer breede oevers merkelijk verminderd zoodat zelfs een storm als die van 26 Januarij 1682, die elders zooveel verwoesting aanrigtte hier weinig of geene nadeelige uitwerking had. Vooral de toen nog aanwezige stukken der verlaten dijken zullen veel hebben bijgedragen tot den voor deze watering zéé gunstigen afloop van dien storm doch deze als onverdedigde eilandjes in zee gelegen aardrug- gen zullen toen ook grootendeels zijn verloren gegaan. Zooals evenwel bij eenen steeds achteruitgaaiideu oever te ver wachten is, was de meer gunstige gesteldheid geheel van tij- delijken aard. Slechts enkele jaren kwamen de verlaten landen en dijken nog als gorsen en dammen voorlater waren het reeds weder inscharende oevers, waarop ter naauwernood sporen van vroegere bebouwing waren op te merken en tegen het einde der vorige eeuw was schier alles weder in de diepte verdwenen. De gevolgen van dien verlaagden toestand bleven ook nu weder niet uit. De oude stand van zaken trad terug, zoodat eindelijk, of omstreeks het midden der 18e eeuw, met de eigen inkomsten weder niet meer in het gewone onderhoud kon worden voorzien. De polderrekening van het jaar 1763 sloot zelfs met een te kort van 11 OU Vlaamsch en aan de Stateu moest dringend om ondersteuuing worden verzocht 1) Archief cler polders van Scherpenisse.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 26