254 doorbrak ei: ook hunne eigendommen overstroomden. Het wa ter stond bij die gelegenheid tot aan de zoldering der wonin gen en veroorzaakte daaraan groote schade. Al het gezaai ging verloren en het land was voor jaren van zijne vruchtbaar heid beroofd Ook nu was de vloed over den binnendijk bij Boshoofd waar hij het laagst was naar binnen gedrongen en aan den zeedijk, die aan beide zijden door het water was be- spoeldwas niet de minste schade ontstaan Kvenwel werd hij weder verhoogd en verkreeg hij zoodanige afmetingen dat het zeewater, zelfs bij eene opstuwing als in 1825 daarover niet meer henenvloeide Zijne kruin ligt 5 meter boven A. P. en zijn voldoend buitenbeloop is even als vroegerdoor schor ren of hoog gelegen slijken begrensd. Is de geschiedenis van 's polders dijkwezen alzoo kortook ten opzigte van de uitwatering kan weinig belangrijks worden vermeld. De polder loost zijn hemelwater uit op Oud-Kijkuit en het blijkt niet of ooit op eenige andere wijze in de water lossing is voorzien evenminof vroeger de loozing te wenschen overliet. De polder draagt voor drie tiende gedeelten bij in de kosten van onderhoud in de zeesluis van den polder Oud-Kijkuit doch heeft overigens te voorzien in het onderhoud zijner eigene watergangen, heulen en buizen. Voor de grootte van den polder geeft P. van Resen in 1555 op, 190 gemeten zijnde dit welligt de oppervlakte, waarop hij is ingedijkt. In 1627 bedroeg zijne grootte echter maar 154 gemeten 27 roeden schotbaar land, omdat, zooals men toen zeide een gemet afgezonderd was voor de keeten te Boshoofd.' 's Polders tegenwoordige grootte bestaat uit 59,5302 hectaren schotbaar- en uit 14,1378 hectaren vroonland, komende het geza menlijke bedrag daarvan overeen met ruim 187 Blooische gemeten. 1S. van HofkWatervlopd van 1808. pag. 258.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 276