260 afzonderlijke heerlijkheidonder den naam van Vrijberghe be kend. Deze strook lands was van die van Oud-Vosmeer ge scheiden door den Vosvlietlangs haren westelijken kant vloeide de noordelijke uitloop van den Pluimpot en ten noorden was zij door het oude Maarloo begrensd. Niet altijd waren de grenzen van deze heerlijkheid even duidelijk door de natuur aangewezenmaar bij het verloop van beide eerstgenoemde wateren buitendijks was later meer malen eene geheel nieuwe regeling daarvan tusschen de aan elkander wassende gronden noodzakelijkde limieten werden daarbij doorgaans dan vereenvoudigddoch altijd liepen de daartoe op nieuw gekozen lijnen in de hoofdstrekking dei- voormalige stroomen, die vroeger tot scheidingen hadden ge strekt. De grenzentusschen deze heerlijkheid en Oud-Vos- meer werden bij de bedijking van den Nieuwen polder van Vrijberghe in 1747 nog in acht genomen; want van de ruim 116 gemeten landsdie door deze indijking zijn verkregen werden nog 20 gemeten gerekend te behooren tot de heerlijk heid Oud-Vosmeer. Later zijn echter geene gronden meer on der de benaming van Vrijberghe bedijktmaar werd Oud-Vos meer zoodanig met deze heerlijkheid vereenigd, dat van geene grenzen tusschen beide meer sprake was en thans vormen al de gronden slechts ééne heerlijkheiddie onder den naam van Oud- Vosmeer en Vrijberghe is bekend. Aan den westkant liep de oude grens in eene kreek waar van bij de inpoldering van Priestermeet reeds een stuk is in gedijkt. Eindelijktoen deze kreek geheel tot rijp schor was aangewassenis de scheiding door eene regte lijndie eene nagenoeg noordelijke rigting heeft en zich uitstrekt tot in het diep van de Mosselkreekbepaald. Vroeger was Vrijberghe door twee groote kreken in drie voor name deelen gesplitstelk dezer stukken had zijne eigenaren en zijne benaming, waarmede het eerst bij het publiek en later ook in geschrifte werd vermeld. De strook langs de dijken van de polders PriestermeetBartelmeetBroek en Hikke

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 282