269 geledenwant werden door het instroomende waterzooals we zeidennu al geene vruchten bedorvende bezaaijing moest daardoor toch een gansch jaar worden verdaagd. Uit de eerste rekening, op den 28en Junij 1749 te Tholen gedaan blijkt dat de be dij kings werken eene uitgaaf gevorderd hebben van 4157 13 fi 6 Vlaamsch en dat voor het beploegen van den drooggevallen grond, 122£ll$23r was besteed Het Schouwsch gemet land kwam alzoo op ruim 220 te staan, een prijs, die, althans in dien tijd, zeker vrij hoog te noemen was. Bovendien moest in de twee eerste jaren na de sluiting van den dijk nog 1320 Vlaamsch aan dezen polder worden te koste gelegdzonder eenige bate door bezaaijing genoten werd. De stroom van de Krabbekreek heeft de waterkeering nooit eenig nadeel toegebragtdan schoon de oever niet leed 's pol ders zeedijk vorderde steeds een betrekkelijk zwaar onderhoud. Bij westelijke en noordwestelijke winden vergezeld met hooge vloeden lag de dijk aan eenen zwaren golfslag blootgesteld dit maaktezoo lang de voorgronden nog laag waren eene verdediging noodzakelijk en veelal was deze niet eens toe reikend om bij hevige stormen zware grondverliezen te voor komen. Reeds kort na zijne bedijking geraakte de polder onder water. Het was namelijk door den stormvloed van 11 Maart 1750 waardoor drie dijkbreuken waren ontstaan, van welke ééne op het grondgebied van Oud-Vosmeer een zeer ernstig aanzien had. Door deze was 's avonds ongeveer te zes uren 't water naar binnen gestroomdmet een geweld als van eenen //zwaren waterval." Het herstel der schade eischte groote inspanningwant door de gevallen openingen liep een zwaar getij terwijl de grond voor de sluiting benoodigd destijds langs den polder niet aanwezig was maar van elders moest worden aangevlet. Be- Archief der polders vau Oud-Vosmeer.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 291