373
hectaren schorren over liet geheeldoch vooral in het ooste
lijke gedeelte des polders uit zware zeeklei bestaandeaan de
zee onttrokken. De bedijking heeft plaats gehad voor gemeen
schappelijke rekening van ambachtsgeregtigden van Oud-Vosmeer
en Vrijberghe die de gronden aanvankelijk voor gemeenschap
pelijke rekening bebouwden en daarna voor den tijd van veer
tien jaar verpachtten. Tegen het eind van den pachttijd werd
besloten den polder met de ondertusschen ook verkregen strook
gronds in den van Haaftenpolder tusscheu het voormalige
Stinkgaten den dijk, te verkoopen. Bij de eerste veiling
die op den 17 Maart 1876 plaats had, werd 825 voor het
gemet, overeenkomende met 0,3924 hectaren, geboden; dan,
daar deze koop niet toegewezen werdhad op den 1 April
daaraanvolgende andermaal veiling plaatswaarbij f 831 per
gemet werd bedongen.
De zeedijk en de binnendijk tusschen den Hollare- en van
Haaftenpolder was niet in den verkoop begrepen het onder
houd van den dijk met de oeververdediging en het onderhoud
der suatiesluis met de daarbij behoorende werken van het haven
tje en van den binnendijk kwam van 1 Mei 1876 af uitslui
tend ten laste van den kooper x).
De binnenbermen der dijken door welke de polder wordt in
gesloten zijn aan den kooper kosteloos ten gebruike afgestaan
onder verpligting tot behoorlijk onderhoud van de daarop reeds
bestaande of later aan te leggen wegen. Ook rust op den
kooper de verpligting om den wegstrekkende van den grint
weg van Oud-Vosmeer naar Sint-Annaland tot aan het wes
telijke punt van aansluiting der dijken van den Hollare- en
van Haaftenpolder voortdurend behoorlijk in goed rijbaren staat
te onderhouden en om het tusschen de verkoopers en de
eigenaars van den van Haaftenpolder in der tijd gesloten con
tract, nopens het gebruik van uitwegen na te leven 2).
Zie de veilingsvoorwaardcn.
2) Ibid.
Archief IVe. dl. 2C. st.
18