Van Haaftenpolder. De schorren die later dezen polder opgeleverd hebbenwaren van de meer zuidelijk gelegene ge scheiden door eene hreede maar ondiepe kreek waarvan de overblijfselen thans nog onder den naam van //Stinkgat" zijn bekend. Zij vormden dus een eiland, dat door de Mosselkreek en het zoo even genoemde gat was ingeslotenen dat reeds in de vorige eeuw als het Rammegors werd vermeld. Het be- 375 belangrijke gedeelte der waterkeering door de vorming van den van Haaftenpolderbinnengedijkten thans wordennu ook de Sluispolder is aangewonnenmaar twee dijkvakken meer door de zee bespoeld. Zij zijn te zamen lang 3365 meter, hebben eene gemiddelde hoogte van 4,50 meter boven het maai veldof van 5,75 meter boven A. P., bij eene kruinsbreedte van 3 meter en beloopen van 1en 8op 1Door het overal aanwezig zijn van rijpe gorsen is niet het minste kunstwerk tot voorziening noodzakelijk. Valt omtrent het dijkwezen des polders niet veel te vermel den ook ten opzigte van de suatie is dit het geval. De pol der loost zijn hemelwater door eene zeesluis op de Eendragt. Zij ligt in het oostelijke eind van den zeedijk op omtrent 300 meter uit den Hikschen dijk. De sluis is over het overwelfd gedeelte 21,80 meter lang, 1 meter wijd en de zeer diep ge legen dorpels der daarin aangebragte deuren hebben een1 stand van 1,62 meter beneden A. P. Het hoogwater komt overeen met 1,41 meter beneden den deksteen op het buitenfront der sluis of met 1,50 meter bo ven A. P. Het gemiddelde laagwater ligt 3,20 meter bene den volzee. Het bestuur van den polder, die binnendijks 256,9606 hec taren groot is, bestond tot in 1873 uit een beheerder; daarna is een dijkgraaf aangestelddie tevens met de betrekking van ontvanger-griffier is belast.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 297