Sluispolder. De jongste der in het eiland tot stand ge komen bedijkingen is die van den Sluispolderaan den west kant van den Hollarepolderen waardoor een stuk van het oude //Jan Ruijgrockslanden een deel der langs de uitwa teringskreek van den polder Poortvliet opgekomen aanwassen is drooggevallen. Behalve deze beide stukken bevat de bodem dezer nieuwe bedijking ook nog eenen ouden omkaden sluis- boezem vroeger onderden naam van //de Groote-Bree" bekend. 277 boven volzee of 5 meter boven A. P.zijne krninsbreedte is ,50 meter en zijne beloopen zijn aangelegd onder hellingen van IJ en 3 maal de hoogte tot basis. Op het westelijke eind is het water- of voorbeloop van den berm met kunst werken verdedigdvoor het middelste dijkvakwaar de oever min of meer door den stroom wordt aangetastzijn bovendien enkele hoofden tot behoud van het zandachtige strand aan gelegd en langs het oostelijke dijkvak is door het aanwezig zijn van hooge slijken geene voorziening noodig. Wat de uitwatering van den polder aangaatdeze heeft plaats door eene zeesluis in den dijk langs de Mosselkreek. Deze sluis is gelijktijdig met het leggen van den dijk gebouwd en is voorzien van twee enkele deuren. Zij is 25 meter lang 0,60 meter wijd en hare dorpels liggen 0,60 meter beneden A. P. of 2,06 meter beneden het hoogwater dat hier overeen komt met 0,54 meter beneden den bovenkant van den deksteen op het buitenfront of met 1,46 meter boven A. P. Het ver schil tusschen hoog- en laagwater bedraagt 3,10 meter. Het bestuur bestaat uit een dijkgraafdie tevens met de betrekking van ontvanger-griffier is belast. Het octrooi of de concessie tot inpoldering dateert 31 Mei 1877 en volgens dit stuk is vergunning tot indijking verleend onder andere op de volgende voorwaardendat de zeedijk zou worden gemaakt en onderhouden op eene hoogtezonder de

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 299