280 eiland heeft uitgemaakt. De polders van Tholendie thans van het oude Deurloo zijn gescheiden en een waterschap vormen zijn: Schakerloo, Vijftienhonderd-gemeten, Dalem, Nieuwland, Puit, Peuke en Oud-Strijen, zijnde in de Vijftienhonderd- gemeten begrepen de polders Vrouw-Belija en Razernij. Vroeger behoorden tot deze dijkages ook nog de polders Broodeloos en Alteklein; doch van deze is de eerste in 1570 en de laatste in 1720, verloren gegaan. Van al de hier opgenoemde polders is Schakerloo de oudste waarom hij geheel op zich zelf, als een eiland is bedijkt. Daarna is tegen dit oudste deel van het waterschap de Vijf tienhonderd-gemeten met de kleinere aanwinsten ontstaan. Scha kerloo is dus het polder-eilandwaarom het overige deel van het waterschap stuksgewijze is gevormden hoe het eene deel na het andere tusschen meer of min belangrijke stroomen is nedergelegdis uit de kaart der oude gesteldheid van het geheele land nog duidelijk zigtbaar. Op de kaart van den vroegeren toestand komt Schakerloo met zijne klokvormige gedaante reeds als bedijkt land voor al het overige daarom heen is of nog water en moerasof nog slijk en rijp gorsdoor tal van meer of min belangrijke stroo men doorsneden. Schoon hier met het oog op de ligging dei- polders de kennis der vroeger ingedijkte wateren eene minder belangrijke zijde heeftzijn deze toch met de meeste zorg op gespoord en in teekening gebragtniet zoozeer dusom daar mede bij verdediging eenig voordeel te doen dan welom daardoor een duidelijk overzigt te geven van het lang verleden dat voor velen altijd iets aantrekkelijks heeft. Ook hier zijn van de meeste dier vroegere vlieten en stroomen nog duidelijke sporen aanwezigen daarwaar zij zich minder in hunne oor spronkelijke gesteldheid of in moerassen of watergangen voor doen zijn zij uit de hellingen der gronden nog na te gaan. Dikwijls heb ik mij over het lang aanwezig zijn van de over blijfselen dier oude geulen verwonderd daar èn de natuur èn de nijverheid, toch zoo voortdurend werkzaam zijn om ook de

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 304