281 laatste sporen er van te doen verdwijnen. Hoe wonderlijk werkt dus de tijddie de hechtste gedenkteekenen nedervelt en deze schijnbaar nietige dingen doch waarmede lang vervlogen toe standen kunnen worden opgehelderd, eeuwen lang bewaart De in teekening gebragte oude gesteldheid van het land voor ons leggende trekt al dadelijk de oude Striene een zoo vroeg in geschrifte vermeld wateronze aandachtzij kan hier nog gevolgd worden van de Schelde tot in den polder Nieuw- land waar hare voormalige strekking zich in het ingepolderde land verliest. De meeste sporen er van zijn daarentegen nog voorhanden in den polder "Vijftienhonderd-gemeten in de Ee en den Molenvliet. Deze Striene was hier de oorspronkelijke scheiding tusschen Brabant en Zeeland; zij stroomde verder in nagenoeg noordelijke strekking tot in de Maas, doch heeft alleen bij hare voormalige uitmondingen haren naam in on derscheidene bedijkingen bewaard. In haar middengedeelte is haar loop door veel latere inpolderingen onkenbaar gemaakt. Na de Striene is de Vosvliet het meest merkwaardige water dat op de kaart is voorgesteld het vloeide langs de oostelijke kust van Poortvliet en ontlastte zich in het Vosmeer. Beide stroomende Striene en de Vosvliethebben een groot ge deelte der kleigronden van den Vijftienhonderdgemeten-polder afgezet en hunne daarop gevolgde afsluiting heeft eene groote verandering voor de aanliggende landen tengevolge gehad. De Mosselee een ander beduidend water heeft ongetwijfeld het oude dorp Schakerloo tot haven of toegang verstrekt. Deze stroom mondde uit in de Schelde en den Quaren vliet en gaf aan de bewoners van genoemd dorp alzoo steeds eene goede gelegenheid tot bereiking van hun te huis. Dit waterhet welk den Mosselhoekde schoonste en zachtste streek van Tholen heeft opgeworpen strekte eertijds ongetwijfeld ook tot uitwateringsgeul van Schakerloo. Ook de voormalige stroomen in Schakerloo zijn nog overal na te gaan. De voornaamste er van was een tak der Mosselee; deze sneed den polder over de lengte en liep beneden den

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 305