397 niet gemakkelijk eene zoo ontzaggelijke opening spoedig te sluiten. Gelukkig evenweldat na zooveel tegenspoedingelanden nog tot de herbedijking hebben kunnen besluiten dat derge lijke aaneenschakeling van rampen hen evenwel zwaar moet heb ben gedruktlaat zich uit de omstandigheden genoegzaam ver klaren. Tegenover zware dijkgeschot.en stonden uiterst geringe opbrengsten van 't land dat door die herhaalde onheilen schier aanhoudend van zijne vruchtbaarheid werd beroofd. Yaak ging hetgeen voor het onderhoud des dijks moest worden opgebragt de waarde van den grond te boven; vaak moest zelfs huisraad en vee worden verkochtom de kosten van omvangrijke werken te kunnen bestrijdenen toch vernemen wij zelfs bij de zwaarste rampgeene klagten tegen eene herbedijking van het vaderlijke erf! Zeer drukte op deze dijkage ook de in 1645 van hooger hand bevolen bijdrage van drie gulden per gemet aan de on- dergevloeide watering van Scherpetaisse en Westkerke. Veel werd gedaan, om daarvan verschoond te blijven, doch zonder gunstig gevolg. Aanvankelijk werd daarop besloten slechts 7 Q 9 *1 Vlaamsch per gemet daarvoor om te slaan onder de uit drukkelijke bepaling echterverder niets meer voor die ver af gelegen dijkage toe te staanzoolang niet de ingelanden der polders van Sint-Maartensdijk werden verpligt daartoe het hunne bij te brengen. Dochook dit baatte nieten na eenig dralenwerd ten laatste aan de lastgeving der Staten voldaan. Buitengewoon nadeelig voor deze dijkage was de vloed van 33 September 1671, die haren dijk zoozeer beschadigde, dat hij op onderscheidene plaatsen stond door te breken Maar wat zeker erger wasde geheele polder liep nu weder onder tengevolge eener geweldige overstrooming van den Vijftienhon derd-gemeten. Alleen tot herstel van de beschadigde zeewering had een omslag van 3 3 4 Vlaamsch per gemet plaats terwijl men groote sommen moest opnemen ten behoeve der kostbare sluiting van den bij n de Koinmesluis" gebroken dijk.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 321