299
deze dijk niet tot standmaar werd de oude waterkeering bijna
geheel of over 608 roeden lengte verhoogd en verzwaard. Dit
werkin onderscheidene perceelen aanbesteedvorderde eene
uitgaaf van ruim 3078 Vlaamscli, of van f 18,470,65
van onze munt, waaronder f 996 voor onteigening was be
grepen 1).
Door de uitvoering van een zoo belangrijk aardewerkverkeerde
de waterkeering eindelijk in goeden staat van onderhoud over-
vloeijing was althans nu vooreerst niet te verwachten en door
grondbraken werd de oever niet bedreigd. Het gevaar was even -
wel nog niet ten eenenmale geweken want tegenover den Vijf-
tienhonderdgemeten-polderlag de dijkage nog altijd open, en
juist omtrent dit punt was men niet gerust. Hoofdzakelijk be
stond gevaar bij den Stads' Zuidbeerdie in vervallen toestand
verkeerdeen die bij overvloeijing van de Contre-escarpe de
eenige beschutting was, welke dezen polder tegen //inundatie"
moest beveiligen 2).
Zooals verwacht werd, gebeurde. Toen namelijk het water
door den geweldigen storm van 26 Januarij 1682, tot eene
voorbeeldelooze hoogte steeg, brak de genoemde steenen beer
doorwaardoor de polders Yijftienhonderd-gemeten en Schakei'loo
jammerlijk overstroomden. Bij herhaling werden ingelanden al-
zoo zwaar getroffenwant niet alleen het gezaai ging verloren
maar veel van de geborgen vruchten werden door het zoute
water in de schuren bedorvenen het landdat nog immer
leed aan de gevolgen der vorige overstroomingwas bovendien
op nieuw voor jaren van zijne vruchtbaarheid beroofd.
Kort na het ontstaan van deze treurige gebeurtenis waren
ingelanden van al de bezoutepolders bij elkander gekomen
om te beraadslagen over de wijze van het digten der gebroken
dijken en over het bij elkander brengen van de daarvoor be-
noodigde gelden. Er werd bepaalddat de polders Peuke en
Archief der polders van Tholen.
-') Ibid.