300 Puit voor de herbedijking //in eens" zouden bijdragen met een geschot van 1 Vlaamsch per gemet; de polders Scha- kerlooYijftienhonderd-gemeten en Dalem zouden voorloopig 10 C omslaan; terwijl het geschot van de bedijkingen Nieuw- landBroek en Rooland voorshands werd bepaald op 5 Q per gemet. Al hetgeen verder voor de herbedijking kwam te ont breken moest in evenredigheid van deze voorloopige omslagen door de laatst bedoelde polders worden gedragen x) Ook ont vingen de polders bij die gelegenheid eene belangrijke bijdrage van het waterschap Poortvliettegen terugbetalingvoor het geval Poortvliet ooit mogt komen te overstroomenen de polders van Tbolen alsdan daarvan bleven verschoond 2). Was deze overstrooming verderfelijk voor de vruchten en de landen hoogstnadeeligin de gevolgen was zij ook voor de dijkage, ten opzigte van de daaruit gevolgde lasten. Zware geschoten toch werden gevorderden deze niet toereikend zijndeom daarmede alle gemaakte uitgaven te dekken moest de groote schuldenlastdie op den polder druktenog met nieuwe lee ningen worden verzwaard 3). Gelukkig is deze dijkage later niet meer door overstroomin gen getroffen; doch de zeedijk vorderde door alle tijden heen een zwaar of kostbaar onderhouden de grondendaardoor be schermd waren van oudsher zooals wij reeds opmerkten niet van de beste soort. Ondanks de vele //remissiën" van belas ting en andere voorregten ook later door de Staten aan deze bedijking verleend, bleven de omgeslagen dijkgeschoten hoog. Vaak zelfs waren zij niet voldoendeen moest van tijd tot tijd door nieuwe leeniugen in het tekort worden voorzien. On der andere was zulks het geval in de 18e eeuw, toen de zeedijk over eene beduidende breedte geheel met kunstwerken was be- Archief der polders van Tholen. 3) Ibid van Tholeu eu Poortvliet. 3) Ibid van Tholen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 324