305
kan bogen. Het eerst wordt het bij zijnen tegenwoordigen
naam vermeld in de helft der 13e eeuwnadat het iets vroe
ger onder den naam van Herdersoetwas bekend geweest1).
Noch bij de schenking van de helft van Schakerloo aan
Godevaart, heer van Breda, noch bij 't verlijden van de
andere helft van dat ambacht in 1220, aan graaf Willem,
wordt van Tholen of van den polderwaarin het gevestigd
was, eenig gewag gemaakt. Ook in de bescheiden, volgens
welke in 1229 en 1239 de Hollandsche graven in Schaker
loo uitgebreider bezittingen verkregenwordt met geen en
kel woord van Tholen of //Herdersoet" gesproken; weshalve
het alzoo vrij waarschijnlijk is, dat deze plaats alstoen nog
niet bestond. Eerst in 1252 zien wij Margaretiiagra
vin van Vlaanderen, en Guy, haren zoon, een privilegie
geven aan die van //Toolne" 2), en eenigen tijd later, in
1291 verwierf Hendrik Buffels, die te voren met de helft
der heerlijkheid Schakerloo was verlijd van den hertog van
Brabant voor sijne vrinden ende luijden van Toolne" tol
vrijheid s). Tusschen 1239 en 1252 is de polder alzoo ver
moedelijk bedijkt.
Ook uit den bevestigingsbrief van graaf Floris V is eenigzins
op te makendat de polder niet veel vroeger kan zijn aan
gewonnen. Danhoe het zijde ingedijkte gronden dragen
't uitzigt van niet hooger dan tot de 13e of uiterlijk tot op
het eind der 12e eeuw op te klimmen, hetgeen ook strookt
met het woord //poire" in twee benamingen van hoeken of be
lendingen voorkomende.
Het is niet mogelijk met eenen enkelen oogopslag op de
gewone kaarten te bepalen hoe de bedijking heeft plaats gehad.
Een naauwkeurig onderzoek daarvoor is noodig; en daar wij
ook hier niet uit oude charters of brieven kunnen puttenmoe-
Zie het charterboek van Tholenfolio 4 en 630.
2) Register op de charters door van den Bergh pag. 43.
3) Charterboek van Tholen pag. 630.
Archief IVe dl,, 2de st. 20