306
teil wij tot opheldering van deze zaak, alleen met de locale ge
steldheid te rade gaan.
Wanneer wij de overblijfselen der Ee bezigtigen blijkt ter
stond, dat deze belangrijke stroom door het leggen van den
Vrouwendijk is afgedamd. Aan den binnenkant des dijks is
dit reeds zoo lang ingepolderde water nog beduidend breed en
diepniettegenstaande het eeuwen achtereen door verstuiving
der aanliggende gronden en door het daarin vergaan van eenen
gestadigen planten groei voor opslijking open lag.
Aan den buitenkantin den polder Oud-Strijenis het daar
entegen zoodanig in hoog opgewassen land veranderddat schier
niets van zijnen uitloop meer zigtbaar is. Ook het andere
waterhetwelk langs den v Kadijkstroomdeviel bij den
Vrouwendijk in de Strieneen even als van het eerste, zijn
daarvan in den Oud-Strijenpolder geene blijken meer voor
handen. Uit een en ander is het alzoo duidelijk, dat de
Vrouwendijk niet voor Oud-Strijen maar daarentegen voor het be
dijken van den Vijftienhonderdgemeten-polder is opgeworpen,
en dat vóór de vorming van deze dijkage Schakerloo van alle
zijden en Poortvliet aan zijn1 oostkant door de zee werd be-
spoeld.
De polder is aan deze zijde alzoo drooggevallen door 't leg
gen eens dijksstrekkende van den polder Schakerloo tot aan
den dijk van het zuidelijkste of oudste gedeelte van Poortvliet
en onder welke benamingen deze waterkeeriugmet wier op
werking zulke groote kreken of wateren werden afgesloten reeds
in de middeleeuwen bekend stond hebben wij elders vermeld J).
Ook is tevens opgemerkt, dat de dijk, dwars door den polder
strekkende van den zoo even genoemden Vrouwendijk tot aan
de voormalige waterkeeriug bij den Peukepolder niet voor de
bedijking van deze gronden is opgeworpen en zelfs later ten
onregte als een deel van den eigenlijken Vrouwendijk is aan
gemerkt.
Beschrijving van Poortvlietpag. 63.