307 De gebogen dijk door de twee uitloopen der Striene was ongeveer 1000 meter lang; hij had merkelijk korter kunnen zijn wanneer hij dwars door de Striene was opgeworpen maar daartegen bestond zekerlijk bezwaar. De twee geulen die nu daarmede zijn gesloten waren natuurlijk veel minder diep en breed dan de stroom waarin zij uitmondden en wiens sluiting men daarom te regt heeft moeten ontzien. Aan den anderen kant is de strekking van de voor dezen polder gelegde waterkeering gemakkelijk na te gaan. Hij neemt een' aanvang aan den dijk van Schakerloo kort bij het dorp of gehucht Oudeland en sluit op het andere eind aan den Kadijk van Poortvliet aan. Met de opwerking daarvan werd het water langs den Kadijk, op 't noordelijke, en de Striene, op het oostelijke eind gesloten. Deze voormalige waterkeering, thans grootendeels onder den naam van //Moerdijk" bekend, is nog overal aanwezig; hij is 9900 meter lang, en bezit, behalve in de stad Tholen een voldoend zeewerend profil. Aan den zuidkant viel de zeewering van dezen polder vroeg tijdig droog; want de indijking van een gedeelte der Striene schijnt niet lang te zijn uitgebleven. Van daar een zoo vroeg vervallen toestand van dien dijkwaarvan een stuk reeds in het begin der 15e eeuw als //Lutteldijk" wordt vermeld 'j. Aan den noordkant ging de zeedijk stuksgewijze in binnendijk over; het daar eerst drooggevallene was het gedeelte vóór den Dalempolderen het laatste daar aan de zee onttrokken vak ligt voor den polder Oud-Vossemeer. Aan den zuidoostkant vielen door de bedijkingen van de Vrouw-Belija-, Deurloo- en Altekleinpolder ook min of meer belangrijke stukken droog doch verder op langs de Eendragt ontstonden geene voorpolders en de dijk ligt daar nog voor een groot gedeelte aan den aan loop van het water bloot. i) Ermiskins 3 Beschrijving van Tholenpag. 38 of pag. 63 van deze beschrijving.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 331