325 Spoedig toch waren na het ontstaan van het nieuwe vaarwater overal verdedigingswerken noodzakelijkterwijl de aardspecie van tijd tot tijd tot herstel van den dijk benoodigdsteeds met vaartuigen van elders moest worden aangevoerd. Het ver lies van den voorpolder was derhalve voor deze dijkage dubbel na- deeligen het is schadelijk gebleven want de ontstane geul in de 17e eeuw nog onder den naam van '/de Nieuwe Haven" bekendis thans een gedeelte der Eendragtdie aan deze zijde van den ondergevloeiden Broodeloospolder steeds nog langs den Deurloopolder stroomt. Welke uitwerkselen hier de stormvloed van 1625 had, is niet bekendook vinden wij niets merkwaardigs nopens het dijkwezen uit dien tijd opgeteekend. Hit echter is een feit dat het langs den polder gevormde water in het midden der 17e eeuw reeds de hoofdstroom was, waardoor reeds eene be trekkelijk breede verdediging van den dijk noodzakelijk ge worden was. Hoor den stormvloed van 1671 is de Beurloopolder ander maal ingebroken en gedurende dagen achtereen overstroomd. Zeer ernstige breuken moeten alstoen zijn ontstaanwant voor de digting daarvan was 817 Vlaamsch besteed 1). He her bedijking was hoofdzakelijk duur komen te staanomdat de aarde voor de sluiting des dijksmet vaartuigen was aange voerd; de lange bevloeijing daarentegen was veroorzaakt, door dien de vletters niet altijd geregeld waren betaald en daarom hun werk onderscheidene malen hadden gestaakt. In het mid den van den winter hadden de Weineldingsche schippers hun werk zelfs verlaten waarop besloten was Hollandsche vletters aan te nemen tot betaling van welke een dijkgeschot van 3 Vlaamsch per gemet werd omgeslagen. Han, nog erger was het bij den daarop volgenden hoogen vloed van 1682 gesteld, toen bol werken die het stevigst en onvernielbaarst schenenallerwe gen als broos spinneweb werden verbroken. Ook hier waren Archief der polders van Tholeii.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 349