327 en van de gorsen uit den in 1570 verongelukten Broodeloospol- der ontstaan Aan den nieuwen polder was voor dertig achtereenvolgende jaren vrijdom van alle Staten-lasten verleend; terwijl de tiend- heffers voor een gelijk aantal jaren afstand hadden gedaan van de opbrengst der hun toekomende tiende J). Gesteund door al deze voordeelen en voorzien van een'voldoenden dijk, ging men alsnu eene betere toekomst te gemoet. Danhet liep uiet lang aanof men werd in deze betere verwachting bitter teleurgesteld; want reeds in 1690 brak de herbedijkte polder andermaal inwaardoor zoowel aan de drooggevallen akkers als aan den dijk, weder groote schade ontstond. De rampspoe dige dijkage werd evenwel op nieuw herdijkt. Ingelanden had den terstond de op te brengen geschoten bepaald, en onmid dellijk handen aan het werk geslagen waardoor de sluitings- werken in den kortst mogelijken tijd waren voltooid 2), Was nuvoor zoover wij althans met zekerheid weten de polder reeds zevenmaal overstroomd geweest, nog dergelijke zware rampen lagen voor hem in de verre toekomst verborgen maarer zijn andere zaken wier afdoening moet voorgaan alvorens wij tot de overstroomingen in onze eeuw voorgeval len overgaan Bij den verkoop van den polder werd uitdrukkelijk bepaald, dat de koopers niet meer ten hunnen laste zouden hebben het onderhoud van den zeedijk van den polder Razernij iets wat dus in den laatsten tijd wel degelijk het geval schijnt te zijn geweest. Neemt men den toestand van den polder tegenover den voorliggenden in aanmerkingdan was althans eene bij drage of eene gedeeltelijke voorziening in het onderhoud van dien ook niet eene ongerijmde zaak. De polder üeurloo had zijn' eigen zuidelijken dijk zoo al niet geheeldan toch ten deelelaten verloopenwaardoor hij alleen door den voorpol- Resolutieboek der Staten vau 12 Maart 1686. 2) Tbid op bet jaar 1690,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 351