329
Ook deze ramp viel ingelanden zwaar de aan den dijk be
stede kosten hadden hooge geschoten noodzakelijk gemaakt;
het te velde staande gewas was bedorven en het zoute water
had op het land een' voor jaren nadeeligen invloed geoefend.
Nog eenmaal, maar gelukkig in minder erge mate, is de
polder overstroomd. In 1825, toen het water op den 4ien
Pebruarij te Tholen tot 2,50 meter boven de gewone vloeds
hoogte klom, was de dijk op twee plaatsen bezweken. De
daarbij gevallen openingen waren evenwel minder grootdan
diedoor den vorigen vloed veroorzaaktwaarom de polder
na verloop van drie dagen bijna geheel van het zoute water
was bevrijd a).
Zooals overal elders, was het ook hier; alleen tengevolge van
de vele overstroomingen is de dijk dikwijls verhoogd en verzwaard;
want telkens als men zag hoe het onstuimige water over de
dijkskruinen henenvloeidevolgde dijksverbeteringdoch deze
was zooals bleek nimmer zoo afdoende als werd vereischt
om herhaling van rampen te voorkomen. Door al die afzon
derlijke en min beduidende verhoogingendoch vooral door
de verbeteringen die in de laatste jaren plaats grepen erlangde
de dijk ten laatste het tegenwoordige profildat voor de hier
te keeren vloeden allezins voldoet. De dijk is 1383 meter
lang en gemiddeld 5 meter boven A. P. hoog. Het daarvan
aan het water blootgestelde beloopdat in het laatst der voor
gaande eeuw nog jaarlijks werd bekramd is thans overal met
steenglooijing of rijsbeslag verdedigd. Zeer veel is in den
laatsten tijd dus ook hier tot verbetering van het dijkwezen
verrigten daardoor is voor ingelanden een toestand geboren
van zekerheid en rusttegenover een' van kommer en angst
in vroegere dagen Ook bij de hevigste stormen leggen eige
naren nu het hoofd gerust ter nedervolkomen bewust van
de goede gesteldheid des dijksterwijl weleerbij stormweder
l) Mr. K. Wagtho Overzigt der handelingen van de provinciale staten
van Zeeland, betreffende het beheer der calamiteuse polderspag. 95 en 96,