331 kelijk ingepolderde oppervlakte is niet geblekenzij bestond hoogstwaarschijnlijk uit 177 gemeten lands, verdeeld in 1444 gemet sehotbaar- en 324 gemet vrij- of vroonland J). Door de stormvloeden der 14e of 15e eeuw zal wel geen bedijkt land zijn verloren gegaan, daar destijds maar een gering ge deelte zeedijk aan den slag des waters lag blootgesteld en de overstroomingen eenvoudig door het breken der binnendijken zijn veroorzaakt. Ook door de stormvloeden van 1530, 1532, 1551 en 1570 schijnen nog geene belangrijke buitendijkingen te hebben plaats gehad; want in 1641 wordt de grootte op bijna 175 gemeten bepaald 2). De meest ingrijpende veran dering in den vorm des polders veroorzaaktviel voor bij de herbedijking in 1686, toen de oude zeedijk langs den stroom werd verlaten en de nieuwe waterkeeringmeer binnenwaarts werd aangelegd. De alstoen ingepolderde grootte bedroeg 144£ gemet, weshalve er eene oppervlakte van bijna 32^ gemet of juist zooveel als de voormalige grootte der vroonlanden bedroeg is buitengedijkt. In 1810, en dus nagenoeg één en een vierde eeuw laterleverde de polder nog eene schotbare oppervlakte van 143 gemeten 63 roeden op, en de geringe vermindering die in deze gemetsgetallen wordt opgemerkt, is vermoedelijk alleen veroorzaakt door eenige uitputting of vergraving voor den dijk. Tegenwoordig bevat de polder 57,7000 hectaren schotbaar- of dijkersland en 6,6320 hectaren uitgeladen gronden die het eigendom der dijkage zijn Geheel deze oppervlakte be staat uit zware kleidie alzoo blijkt geheel uit nieuwere zeebe- zinkingen te bestaan Bij een eigendom van 3,9240 hectaren is men ingeland. Wat het bestuur betreft, reeds in het overzigt is opge merkt, dat de dijkage oudtijds beheerd is door het college van dijkgraaf en gezworenen van het waterschap de vrije pol- 1) Ordonnantie van Philips II van 2 December 1570, 2) Smallegange Kronijk van Zeelandfol. 306.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 355