Dalempolder, Na de behandeling der aanwassen aan den zuidkant, gaan wij over tot de beschrijving van die, welke aan den noordkant, van de oudere deelen van het waterschap zijn gevormd, Ook deze zijn, even als die, welke aan de andere zijde zijn aangewonnen poldersdie kort na elkander doch hier langs den zoom van het Vosmeer of de Heidenzee zijn be dijkt. De oudste van deze noordelijke aanwinstenis die waarin de stad Tholen gedeeltelijk is gebouwd, en onder den naam van Dalempolder staat bekend. 340 die te behooren tot de eigendommen van den Vijftienhon- derdgemeten-polder. De gorsen waaruit de Dalempolder is gevormdzijn hoofdza kelijk ontstaan in den uitloop der Ee of Strieneen langs den zoom van eeuen anderen stroom, welke door het tegen woordige Nieuwland zijn' uitloop had. Bij de inpoldering van den Vijftienhonderdgemeten-polderwaren deze gronden nog lage slijken, waarover de vloed eerst zijne zwaarste opwerpse- len deed nederziuken en waarop later de kleilaag, die thans 's polders vruchtbaren bodem vormtwerd afgezet. De aldus in stroomen verrezen gronden waren vroeg ter indijking geschikt; doch daartoe schijnt eerst in de laatste helft der 14e eeuw te zijn besloten door de opwerking eens dijksdie nog grooten- deels aanwezig is en die aanvankelijk eene lengte had van 2350 meter. Een gedeelte van den tot inpoldering gelegden dijk viel door de bedijking van het Nieuwland droogeen ander stuk ging bij de vorming der voorpolders van Oud-Vosmeer in binnendijk over, en het overige vak, wordt nog over 400 meter door de Eendragt bespoeld. De bedijking heeft plaats gehad door Jan van Chattuli.on heer van Tholen; en, daar deze reeds in 1381 overleed, moet de polder eenigen tijd te voren aanwezig zijn geweest. Naar men zegt, heeft hij den polder naar zijne bijzit, Sophia van Da lem, genoemd; doch in een oud stuk waarbij hertog Willem van Beijeren onder andere ook hier eenige gelegen goederen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 364