343
in, en lagen mitsdien niet geschikt tot spoedige bedijking.
Deze plaat of hil ten westen der bereids ingedijkte gronden van
den Dalempolder gelegen, voerde den naam van Westerhil
eene benamingdie later op den polder is overgegaanzoo
als blijkt uit de oorkonde, waarbij hertog Willem van Behe
ren in 1415 hier gelegen eigendommen verkocht. Later droeg
de polder den naam van 't Bozeveld, misschien naar de klap
rozen die ook tegenwoordig zoo welig in zijnen zandachtigen
bodem tieren 1).
Wanneer de Westerhil is binnendijks gebragt, is niet ge
bleken doch wij hebben elders geziendat de inpoldering spoe
dig op de vorming van den Dalempolder moet zijn gevolgd
Dit is echter het eenige, wat omtrent het begin des polders
kan worden bepaald en het is opmerkelijkdat alleen van de
zuidelijke aanwassen brieven van uitgifte aanwezig zijnen van
deze gronden hoegenaamd geene zoodanige bescheiden worden
aangetroffen. Waaraan dit verschijnsel moet worden toegeschre
ven vindt moeijelijk verklaringwelligt is hetomdat de noor
delijke aanwassen dooreen ouder zijndan de zuidelijke en de
eerste vermoedelijk zonder dergelijke vergunningen zijn bedijkt.
De opgeworpen dijk neemt een aanvang bij den noordelijken
hoek van den Dalempolder sluit op het andere eind aan den
dijk bij //Watervliet" aan, en bezit nog overal een voldoend
profil. Deze voormalige waterkeeringdie omtrent 2700 meter
lang is, ging door de bedijking van den Peukepolder over
650 meter lengte, en bij de vorming van den Puitpolder over
509 meter in binnendijk over; het overige vak werd eerst bij
de ontginning van den polder Oud-Vossemeer aan de werking
van den vloed onttrokken.
's Polders dijk draagt nergens groote blijken van door het
geweld der wateren te hebben geleden, en zelfs de afgedamde
Kerkelijk archief van Sint-Maartensdijk.
Beschrijving van den polder Oud-Vossemeer.