28 de grenzen van de boven water komende gronden zich dus uit die van het riet en sek krompen daarentegen in gelijke mate inen ten slotte bleven alleen die streken waarvan de bodems merkelijk lager liggen dan die der steeds verdiepte sluizennog als beperkte moerassen over. De gronden van de heerlijkheid Westkerke waterden vroeger op den Pluimpot uit. De sluis lag in den Noorddijk op het eind van het nog daarnaar genoemde Siuiswegeling, dat waarschijnlijk weleer niets anders dan een aanvoeringskil is geweest. Deze sluis werd om niet bekende redenen in 1651 gedempt en sedert sueerde ook dit gedeelte der watering dooi de sluis van Scherpenisse op de Ooster-Schelde T). De oude zeesluis van Scherpenisse is iii 1661bij het ver loren gaan van een belangrijk stuk der wateringverlaten. Zij lag nagenoeg regt tegenover de tegenwoordige sluis op onge veer 400 meter daaruit verwijderden kort bij de zooge naamde Blaauwe-weeleene kolkdie door eene vroeger daar gevallen doorbraak was ontstaan. De tegenwoordige sluisdie geheel in steen is gebouwd werd in 1751 over het binnengedeelte en in 1848 over het buiteneind vernieuwd zij is voorzien van twee paar puntdeuren hare aanslagdorpels liggen, van binnen af gerekend, 0.03 en 0.25 meter beneden laagwater of 2.09 en 2.31 meter bene den A. P. Met deze sluis kan het binnenwater steeds tot op liet vereischte peil worden afgevoerdzoodat zelfs de laagste streken tot bebouwing of beweiding geschikt zijn. Het voor dezen polder aangenomen peil van hoogwater ligt 1.44 meter boven A. P. of 3.75 meter boven den buitensten of diepst gelegen aanslagdorpel der sluis. Het aangenomen ver schil tusschen hoog- en laagwater bedraagt 3.50 meter. De aanslagdorpels van de in den inlaagdijk gebouwde wachtsluis liggen respectivelijk gelijk met die van de zeesluis. Archief der polders van Scherpenisse.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 36