80 slotte de dijkage slechts door een dijkgraaf en twee gezworenen werd beheerd. Nu, ingevolge de wet van den 19 Julij 1870, Staatsblad no. 119, de watering met de vrije polders Poortvliet en Hou wer het calamiteuse waterschap Scherpenisse vormtis het bestuur en beheer over de waterkeering opgedragen aan een dijksbestuur onder toezigt en medewerking van een' dijkraad. Het bestuur bestaat uit een voorzitter en twee leden de dijk raad telt negen leden waarvan er steeds drie door de twee bijdragende polders Poortvliet en Houwer worden benoemd. In liet bestuur voor het binnenbeheer is geene verandering tot stand gekomenwant nog ten huidigen dage wordt het binnengedeelte des polders door een dijkgraaf en twee gezworenen met een ontvanger-griffier beheerd. Al vroeg was het polderbestuur bij zijne bemoeijingen aan den dijk op een onderkomen bedacht. Het eerste blijk daar van vindt men in de polderrekening van 1643, waarin van een post, wegens het verplaatsen eener landskeet", wordt gewag gemaakt. Deze keet was een eenvoudig getimmerte geheel van hout te zamengesteld en met een rieten dak afge sloten. Bij de omvangrijke werken die in de jaren 1645 en 1646 moesten worden uitgevoerd, bleek zij tot huisvesting van het daarbij directie-voerend personeel dan ook niet geschikt te zijn, want alstoen werd eene nieuwe //heerenkeet" opgetim merd. Deze, in 1646 door het dijksbestuur overgenomen, zag er evenwel niet veel beter uitzij werd aan de oostzijde der //Kuipe" geplaatst, doch in 1650 ook weder verkocht. In de polderrekening van 1662 komt andermaal een post in ontvang voorwegens verkoop eener keetdoch uit de uit gaven blijktdat ook toen weder eene nieuwe is aangekocht. In 1693 is de //landskeet" in steen gemetseld, en deze was het, die in 1868 is gesloopt en door de nieuwe sluiswachters woning binnen den laatstelij k gelegden inlaagdijk gebouwd werd vervangen. Thans neemt het dijksbestuur zijn intrek in de dijkwachterswoningeen gebouwtje, vroeger bij de Oostnol,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 38