ALGEMEEN ÖVERZIGT VAN HET EILAND. 359 Uit eene aandachtige beschouwing van de afzonderlijke be schrijving der waterschappen en polders blijkt, dat er een tijd is geweest, waarin het tegenwoordige eiland Tholen nog niet bestond, maar waarin zijn grondslag deel uitmaakte van een uitgebreid moeras of eene groote binnenzee, in welke uitge breide platen en banken waren ontstaan, die omstreeks het begin onzer jaartelling tot woonplaatsen verstrekten van hoogst eenvoudige volken. De oudste of eerst hier drooggevallen gronden waren die van Scherpenissewaarop die van West- kerke en iets later ook die van Poortvliet zijn gevolgd. De gronden van Scherpenisse en Westkerke zijnschoon oudtijds door een binnenwater van elkander gescheidenal vroeg door bedijking tot één eiland gevormd; ook Poortvliet werd aanvankelijk rondom in het water ingepolderd, en alleen uit deze twee voor dagelij ksche overstrooming beveiligde deelen heeft het eiland Tholen in de vroegste eeuwen bestaan. Scherpenisse en Poortvliet waren slechts door een smal waterde Zoutee genaamdvan elkander gescheidenen al vroeg waren hunne bewoners daarom op eene vereeniging bedacht. De smalle stroom moest daarvoor worden afgedamdhetgeen ook op meer dan eene plaats is geschied, zooals in de toege- slijkte en nagenoeg geheel in weiland herschapen geul, nog altijd kan worden opgemerkt. Deze aldus aan elkander ge hechte gronden vormden nu één eiland, dat naar het oudste deel, den naam van Scherpenisse bekwam. Het bestond uit de oude watering van Scherpenisse en Westkerke en uit die van Poortvlietzonder de polders ZouteKlaas van Steeland en Geertruidadie aan Scherpenisseen PriestermeetBartel- meet, Baarsdijk en Smaalzij, welke aan Poortvliet in latere tijden zijn bedijkt. Nog vóór dit aldus vereenigde land door zijne aandijkingen was vergroot, ontstonden de nieuwe eilandjes, Schakerloo,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 391