362 Breede-vliet zijn voor de vereeniging of aan elkander hechting der eertijds afzonderlijk gevormde eilanden afgedamd; vier wa teren werden aanvankelijk ten deele en later na tot vruchtbare gronden te zijn aangeslibdgeheel ingepolderden gelukkig dat op die wijze in 't belang van het onderling verkeer en van den daarop gevolgden aanwas, is gehandeld, want het tegenwoordige geslacht geniet er voortdurend de gezegendste vruchten van. Men merkt het uit de gesteldheid der ingepolderde wateren opdat de afdamming der Striene de meest gewigtige is ge weest; de daarvoor gelegde Vrouwendijk is zelfs merkelijk van zijne plaats geweken en vermoedelijk ook tijdens de op werking doorgebrokenminder moeijelijk viel de sluiting van den Breeden-vlieten van nog eenvoudiger aard schijnen de afdammingen der beide overige stroomende Zoutee en de Pluimpotte zijn geweest. Schoon al het afzonderlijk bedijkte land reeds in 1560 tot een geheel werd vereenigd, was het daardoor verkregen eiland Tholen nog geenszins dat van onzen tijd. Tal van polders zijnsedert de laatste aanhechting van het Oud-Kempens- hofstede heeft plaats gehaddaaraan nog aangedijkten zelfs het in 1509 verdronken Stavenisse, dat nooit met het overige land is verbonden geweest, werd op het eind der 16e eeuw bij herbedijking daaraan toegevoegd. Het tegenwoordige eiland bevat alzoo veel meer oppervlakte dan vroeger, want van de minder vruchtbare strookenwelke door den stroom werden verzwolgenerlangde het alzoo enkele in meer zware kleigronden veranderd, weder terug. Ter verkrijging van een meer duidelijk overzigt der onder scheidene polderswaaruit het eiland bestaathebben wij on derstaand staatje doen volgen. Daaruit is met een1 oogopslag de grootte en de lengte hunner zee- en binnendijken nategaau terwijl ten slotte daarin ook is opgenomen, de tijd der inpol dering voor zooverre die met genoegzame zekerheid kon wor den opgespoord.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 394