366
Wanneer men de vier oude in zee gelegen eilandjes uit de
lle of 12e eeuw afzonderlijk beschouwt, en die vergelijkt met
de tegenwoordige gesteldheid van het land, dan ziet men, dat
hoofdzakelijk in de laatste eeuwen ontzaggelijk veel door in
poldering op de zee is veroverd. Geheel nieuwe gemeenten
zijn ontstaan, en die, welke veel vroeger aanwezig waren,
zijn belangrijk uitgebreid. Stroomen zijnzooals wij zagen
afgesloteningepolderde wateren droog gemaakt en moeras
sen in vruchtbare bouwlanden of veerijke weiden herschapen.
Maar tal van bezwaren werden bij die landontginning ondervonden
hier was het de stroom die voor de sluiting der kreken en
vlieten vaak hoogst nadeelig was; daar het opkomende getij,
dat de uitvoering der waterkeeringen grootelijks beschadigde
en elders was het de slappe gesteldheid van den bodem die
de ter naauwernood voltooide werken menigmaal deed verzinken.
En, waren de bezwaren aan de inpoldering verbonden groot, ook
later ondervond men met de aangewonnen gronden niet zelden
tegenspoed. Nu was het de heftig bewogen zee, die de opge
worpen dijken deed bezwijken, en dan het ontstaan van uit
gebreide zandbanken of platendie de waterlossing belemmerden
en waardoor de polders in moerassen of kleine meren veranderden.
Vooral met de eerstede zeewerd door alle eeuwen heen een
heftige strijd gevoerd, en niet zelden ging door geweldige stor
men het uitsluitend door kunst en vlijt verkregen land verloren.
De bedijkte gronden lagen ten allen tijde beneden de oppervlakte
der zee bij hoog getij door de vele inpolderingendie van
lieverlede plaats grepennam die gevaarlijke ligging nog
grootendeels toeen de inbreukendoor de zee gemaaktwer
den daardoor allengs ook van meer verschrikkelijk aard. Een
der eerste vloedendie voor geheel Zeeland en derhalve ook voor
dit eiland zeer noodlotig was, was ongetwijfeld die van 1277, die
onder den naam van den eersten Kerstvloed staat bekend.
Het zeewater, door eenen noordwesten wind tot eene ongekende
hoogte opgestuwd veroorzaakte allerwegen dijkbreukende vloed
drong door de vaneen gereten waterkeeringen zeer diep land-