•367 waarts inen rigtte verschrikkelijke verwoestingen aanDeze vloed was inzonderheid zoo nadeelig, wijl in Januarij van hetzelfde jaar een zware storm had gewoed en de alstoen gebroken dijken bij het opkomen van dezen storm nog ter naauwernood waren hersteld. Plaatselijke bijzonderheden nopens de uitwerkselen van dezen vloed worden evenwel niet vermeld doch de gesteldheid van het land van dien tijd in aanmerking nemende, kan men het er veilig voor houdendat het daardoor zeer zal zijn geteisterd. Door den stormvloed van 5 Februarij 1288 vloeide geheel Zeeland, met uitzondering van Walcheren en Wolphaartsdijk onder, en deze veroorzaakte alzoo ook hier aan de meestal lage gronden ongetwijfeld groote verwoesting. Ook de stormvloed van 25 December 1304die omdat hij op den feestdag van de H. Catharina voorviel, de le Sint-Catharinavloed werd genoemd, was voor deze streek zeer noodlottig. Hij viel vier dagen vóór nieuwe maan inen was alzoo geen springtij doch de storm was geweldigstuwde het water bijzonder hoog op en deed overaldoch hoofdzakelijk in Stavenissehetwelk geheel bezweekeen onberekenbaar nadeel ontstaan. Het jaar 1404 heeft zich insgelijks door belangrijke over stroomingen gekenmerktdoch hoofdzakelijk de vloed van 19 November 1421 was hier schadelijk; want zoowel te Tholen, als te Oud-Vosmeer, grepen zware overstroomingen plaats. Of de stormvloeden van 1437 en 1477 hier groote onheilen hebben veroorzaakt, is niet gebleken; maar de daarop gevolgde en niet minder geweldige vloed van 27 September 1509 deed het eiland Stavenisse verloren gaan. Een der vreeselijkste watervloeden echter, waarmede het eiland ooit is bezocht, was ongetwijfeld die van Zaturdag 5 November 1530. De storm, vergezeld met onweder, be gon des morgens tusschen acht en negen uren uit het noord westen en reeds des middags, een paar uren vóór hoogwater, vloeide de zee over sommige dijken heen. Met de grootste bezorgdheid werd de tijd van hoogwater verbeid, en daar

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 399