31 doch nu op het eind van het in oostelijke rigting loopende dijkvak van 1793 geplaatst. Eertijds was ook dit woningje slechts eene keetdie bij het gedeeltelijk vernieuwen der zee sluis tot verblijfplaats van den dagelijks opzigt hebbende was aangewezen. De watering, die in den loop der drie laatste eeuwen zoo veel van hare grootte heeft verloren bevat ongeveer nog 742 hectaren schotbaar of zoogenaamd dijkersland. Hieronder is niet begrepen de grootte van den Zoute- en Geertruidapolder met welke zij eene oppervlakte van 814.7958 I hectaren beslaat. De vroegere grootte met de twee daarbij gevoegde polders be droeg ongeveer 2800 gemeten of 1100 hectaren. De gesteldheid van den grond is verschillend. In de heer lijkheid Scherpenisse bestaat hij doorgaande uit ligte of met veel zand vermengde klei die in het zuidoostelijke gedeelte zelfs overgaat in oer of roodoorn. Doorgaande is dit wel het minst vruchtbare gedeelte der watering en welligt ook wel van het geheele eiland het wordt grootendeels tot weiland gebruikt zonder beplanting want voor houtgewas is het ten eenenmale ongeschikt. In de heerlijkheid Westkerke is het kleigehalte doorgaande grooterterwijl in den daarin gelegen polderhoek de vruchtbare grond zelfs overgaat in min of meer zware zeeklei. Behalve langs den Piatteweg is de bodem hier overal geschikt tot bebouwing. In de heerlijkheid Scherpenisse ligt de kleilaag op den ouden veenbodemin Westkerke is zij op sommige plaatsen op eene ligte zandlaag afgezetwaardoor de grond ook eenige geschiktheid bezit tot kweeking van houtgewas. Zoulepolder. INTa de bedijking van het noordelijke gedeelte van Poortvliet en Mallandvormde de Pluimpot tusschen h Vrouw-Betkensdijken de waterkeering van Malland een' boezemdietoen alle daarin uitloopende wateren waren af gedamd, spoedig aan verzanding leed. Tn dezen inham of boe-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 39