369
gesteldheid der waterkeerende dijken doet ook minder zoodanige
rampen meer duchten.
Door dijkvallen of grondbraken werd het eiland in de laatste
drie eeuwen hoofdzakelijk op twee plaatsente Scherpenisse
en te Stavenisse getroffen. Overigens bleven de kusten daar
van bevrijd, of zoo deze ongevallen ook elders ontstonden,
waren zij meer het gevolg van plotselijk veranderde omstan
digheden en waren doorgaans niet van ernstigen aard. Te
Scherpenisse is daardoor menige vruchtbare akker verlorenen het
eiland werd, vooral in den aanvang der 16e eeuw, toen nog
geene inlaagdijken aanwezig warendaardoor vaak met over
strooming bedreigd. Ook tegenwoordig lijdt de kust hoofdza
kelijk op die twee plaatsen last van de rustelooze werking van
den stroom, doch uithoofde van meer doelmatig aangebragte
voorzieningen worden daardoor veel minder onheilen veroorzaakt
dan vroeger.
Wat de te verwachten uitbreiding van het eiland betreft
deze kan vooreerst niet belangrijk zijn. Alleen aan den noord
kant zijn bij eenen geregelden voortgang der aanslibbing nog
eenige aanwinsten te verkrijgen, en het zijn hoofdzakelijk, zoo
niet uitsluitendde gemeenten Sint-AnnalandPoortvliet en
Oud-Vosmeer, welke daarin kunnen deel en. Vooral zou de aan
was daar worden bevorderddoor eene afdamming van het
Slaak, ter plaatse, waar die over enkele jaren, doch met zulk
ongelukkig gevolg, heeft plaats gehad. Langs den zuid- en
oostkant van het eiland is slechts bij verloop of algeheele
digtslijking van de Ooster-Schelde en de Eendragt verdere
inpoldering te verwachtendochschoon na de plaats gehad heb
bende sluiting van het eerstgenoemde water, eene langzame
verzanding der beide grootendeels diepe stroomen wordt voor
zien, zal er ongetwijfeld toch een geruime tijd moeten verloo-
penalvorens de daaraan palende gemeenten zich in eene
merkelijke uitbreiding van grondgebied zullen kunnen verheugen.
Ten opzigte van den grond deelen wij nog mede, dat hij
overal voor landbouw en veeteelt, wordt aangewend. Nergens
Archief IV«. dl. 2". st. 24