32 zem verrezen later de schorrenuit welke de Zoute- of Heer Hugo-polder is ontstaan. Het is niet wel mogelijk met een oogopslag op de kaart te zeggenhoe de indijking van de hier bedoelde gronden eigenlijk heeft plaats gegrepen slechts door eene aandachtige beschou wing van de tegenwoordige en vroegere gesteldheid des polders is men in staatde rigting van de voormalige zeewering dezer dijkage te bepalen. Alvorens wij echter overgaan tot de be schrijving van den dijkmet welks opwerking deze gorsen zijn drooggevallen moet nog met een enkel woord van de gronden binnen n Vrouw-Betkensdijken van Malland wor den gesprokenwant wanneer men aanneemtdat de Zoute- polder door het afsluiten van den hier bedoelden boezem of inham is verkregen dan moet ook worden aangetoond dat de omgelegen landenvroeger dan die van deze bedijking zijn ingepolderd. Geschreven berigten tot staving, dat de gronden van Poort vliet en Malland eerder zijn ingedijkt dan die van den Zou- tepolderhebben wij nietweshalve wij den hoogeren ouder dom die aan de eerstbedoelde moet worden toegekendalleen uit de lokale gesteldheid zullen moeten bewijzen. Tot bereiking nu van ons oogmerk hebben wij in de eerste plaats ons oog te vestigen op den vroegeren uitloop van de in Poortvliet inge polderde u Sassegraveeen waterdat bij het dorp Scherpe- nisse in den Pluimpot viel. Aan deze zijde is de monding van dezen voormaligen stroom zoodanig digt of volgeslibd dat daarvan schier geene sporen meer voorhanden zijn terwijl hij binnendijks, in de watering van Poortvliet, nog duidelijk tot in de zoogenaamde weihoeken kan worden nagegaan. De gron den langs de oude waterkeering van Sclierpenisse zijn alzoo veel jonger, dan die achter den dijk in Poortvliet: dat is, de laatste bestonden reeds bij de inpoldering der Sassegraveen de andere zijn eerst na de afsluiting van dit water uit den vloed bezonken. Maar behoorde de strook gronds besloten tusschen de voor-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 40