35 waar de afgesloten vloed zijne meeste slibben nederlegdeboog in bet midden, waar de strooming het langst bleef aanhouden, en overigens ook de grootste vulling moest plaats grijpen is het daarentegen laag. Danzoo wel hier als daar is de grond voor beweiding of bebouwing geschikt; ja, in het mid den van eene der voormalige geulenwaar hij zeer schulpachtig isis hij bij tijdige bewerking zelfs wel zoo vruchtbaar als ergens elders. De minst vruchtbare kleilaag ligt onder of langs den gelegden zeedijk. Voor de inpoldering of de eigenlijke vorming van den pol der moest langs den Pluimpot van het zuidwestelijkste punt van Malland tot aan het begin der kerkstraat van Scherpenisse eene waterkeering opgeworpen worden. Dat niet de geheele dijk onder de kerkstraat voor dezen polder is aangelegd, blijkt uit de rigting, die de oude zeewering van Scherpenisse, na de afdamming der Ee langs de Sassegrave en de Zouteemoet hebben gehad. Wanneer de Zoutepolder is bedijkt, is onzeker. Duesselhuis zegt, dat de inpoldering er van in 1327 heeft plaats gehad, en verwijst tot staving daarvan naar een tweetal op deze be dijking betrekking hebbende charters a). Doch uit het eerste of oudste dezer bedoelde stukken is, mijns inziens, niet op te makenals zouden deze gronden toen zijn bedijktalleen blijkt daaruitdat de polder reeds toen bestond en op Poort vliet uitwaterde, evenals de daarin genoemde Jan van Stee landpolder. In het andere charter wordt, ter aanduiding van zekere landen en tienden alleen de naam van //den Souten- polre bij Scarpenisse" vermeld 2). De dijk waarmede deze gronden zijn ingepolderd, is nog overal aanwezig; hij is met de schoolstraat van Scherpenisse daarbij gerekend ongeveer 900 meter lang. Hij werd tot in 1812, Dresselhuis De provincie Zeelandpag. 106. 2) F. van Mieris Groot charterboekII deel, folio 424 en III deel, folio 658.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 43