36 toen ook de Houwerpolder is drooggevallendoor het water van den Pluimpot bespoeld. Het is niet te denken, dat deze polder ooit veel van de wateren heeft te lijden gehad; reeds in 1555 was hij dooi den Bakkersdijk van de watering Scherpenisse gescheiden, ten gevolge waarvan hij ook van latere overstroomingen bleef ver schoond. Alleen door den vloed van 1530, waardoor Scher penisse is ondergevloeid zal ook de Zoutepolöer zijn overstroomd geweest. Danofschoon deze polder door zijne veel gunstigere ligging ook van de meeste rampende watering van Scherpenisse en Westkerke overkomenverschoond is gebleven hebben de grondeigenaren daarvan toch reeds lang in het zware onderhoud van de voorliggende dijkage moeten helpen voorzien. Vroeger was dit echter niet het geval; want vóór 1575 vormden de heerlijkheden van Scherpenisse en Westkerke, zoo als wij reeds hebben opgemerkttwee afzonderlijke waterschappen, beide door een eigen bestuur beheerd. Ook de Zoutepolder schijnt vóór dien tijd voor zijn eigen onderhoud te hebben gezorgd doch in genoemd jaar kwamen ingelanden van de twee hoofd partijen overeenom voortaan hunne zeeweringen voor gemeen schappelijke rekening te onderhouden en de beide dijkages alzoo slechts als ééne watering aan te merken. In de tot dat einde gesloten overeenkomst was evenwel niet begrepen de Zoutepolder voor wat betrof, den //Madtdijckdoch in de an dere lasten was ook deze polder gehouden gemet-gemetsge- wijze bij te dragen x). Onder de lasten van den //Madtdijck nu hebben wij geene andere te verstaan dan die welke wer den veroorzaakt door de jaarlijksche bekramming van den dijk; en, merken wij daarbij op, dat te dien tijde, althans bij ge wone omstandigheden de waterkeeringen alleen met matwerk werden verdedigddan komt men er onwillekeurig toete be- J) Madtdijck. Daardoor werd de bekramde zeedijk, later alleen de bekram ming verstaan.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 44