40 De dijk die tot beversching der gorsen waaruit deze polder is gevormd werd opgeworpen was 2420 meter laug. Na de overstrooming van het oudere Wulpendal is echter ook de zui delijke dijk die blijkbaar niet voor dezen polder is aangelegd een onderdeel van 's polders zeewering geworden en met inbe grip daarvan bedraagt de lengte der tegenwoordige waterkeering 2650 meter. Voor een gedeelte bestaat de bodem van dezen polder uit eenen volgeslibden stroomdie reeds bij de inpoldering der wate ring van Scherpenisse en Westkerke is gesloten doch nog altijd daarin onder den naam van het lage //Molenwater" staat bekend. De grond bestaat over het geheel uit niet ligte zeekleidie naar het noordelijke eind van den polder zelfs nog iets zwaarder wordt. Tengevolge van hare minder voordeelige ligging had deze dijkagevooral na het verloren gaan der op haren zuidelijken kant gelegen bedijkingen vermoedelijk ook vroeg met den aan val der wateren te kampen. Men vindt evenwel weinig of niets aangaande de oude gesteldheid van den polder opgeteekend, en van daardat ook niet veel omtrent zijne vroegere lotgevallen kan worden vermeid. Dat hij meestal in niet gunstige omstan digheden moet hebben verkeerd blijkt onder andere ook daaruit dat van deze gronden nooit bijdragen voor de watering van Scherpenisse en Westkerkewanneer deze in hagchelijke om standigheden verkeerde, zijn ontvangen. Op het eind der 17e eeuw moet de zeewering van deze dijkage zelfs in zoo verach terden toestand zijn geraaktdat zij ook met de zwaarste ge schoten niet meer in goeden staat kon worden gebragt. Het gevolg daarvan was, dat in 1697 de polder ophieldeen afzon derlijk administratief ligchaam te zijn, en zoodanig met de watering van Scherpenisse en Westkerke werd vereenigddat voortaan ook zijne waterstaats-belangen geheel voor gemeen schappelijke rekening werden beheerd 1). Schoon aan een zooveel grooter ligchaam toegevoegdbleef Archief der polders van Scherpenisse.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 48