47
zoomdmoeten de oudste waterkeeringen alzoo van vroegeren
tijd dan die van het waterschap Poortvliet zijn geweestdat
is, de kaden in eerstgemelde dijkage moeten reeds zijn binnen
gepolderd geweest, toen die in de laatst bedoelde nog aan de
stroomen hadden wederstand te bieden.
Vóór de bedijking van Poortvliet was het zuidelijke gedeelte door
min of meer belangrijke stroomen doorsnedende daar tusschen
gelegen gronden waren hoogen zelfs hier en elders tot meer of
min aanzienlijke zandruggen opgewassen. Twee dezer hoogten
de Zeehondsplaat en de Konijnenberg munten ver boven de andere
uiten hebben zeer zeker hunnen naam aan het gediertedat
daarop eertijds eene rust- of schuilplaats vond, ontleend.
In het noordelijke gedeelte worden weinig of geene overblijf
selen van kreken of geulen aangetroffen maar de daar egaal
laag gelegen gronden toonen daarentegen duidelijk aan dat zij
eeuwen achtereen ook nadat de andere streken reeds waren
drooggevallen nog geheel met water zijn bedekt geweest.
Deze lage strook was oudtijds een gedeelte van het groote Vos
meer dat aan deze zijde omgeven was door gronden die vol
gens de wetten naar welke de aanslijking van alluviale gronden
langs onze kusten plaats heeftwaren gevormd.
De zuidelijke gronden van den polder Poortvliet zijn alzoo
de oudste; doch het is moeijelijk uit te maken, welk deel der
watering wel het eerst met dijken is omzoomd. Sommigen
meenendat het erf" of de kom van 't dorp het eerst is
ingepolderdmaar volgens de voorgestelde ligging der oudste
polders kan deze kleine strook grondstegenover een nog lang
open gebleven gedeelte van den vliet naar welken Poortvliet
vermoedelijk is genoemd moeijelijk afzonderlijk zijn bedijkt
geweest. Het is veeleer aan te nemendat het dorp op een'
dam door dien vliet of op het verlengde van den Beugkens-
thans Putjesdijk is gebouwd en hel overige gedeelte van de
kom der gemeentealleen door ophooging met grond uit het
tegenwoordige Spaarttijdens de vloed daartoe nog toegang
hadis aangewonnen.