50 bedijkingen kan worden gezegd; iets naders kan deswege niet worden bepaaldzoolang niet andere bescheiden nopens het eerste dijkwezen meer licht verspreiden Maar weet men al nietwanneerof hoe die eerste dijken zijn opgeworpendit zij hier nog opgemerktdat de overblijfselen er van overal getuigen van in zeer lang verloopen tijden te zijn aangelegd, toen het water door enge en ondiepe stroomen naar binnen kwam en het verschil tusschen eb en vloed over de nog ont zaggelijk uitgebreide opene vlakten ook nog van geringe 'betee- kenis was. Overal toch schijnen die oude waterkeeringen slechts kaden te zijn geweest in vergelijk met onze dijkenhetwelk ook ten duidelijkste blijkt uit de beperkte breedte van aanleg die hoogstens een derde gedeelte bedraagt van die, welke tegen woordig voor het opwerken van eenen dijk wordt vereischt. Dik wijls heb ik op die monumenten uit dien grijzen tijd getuurd en mij daarbij tal van vragen gesteldop welke ik steeds de antwoorden moest schuldig blijven. Te vergeefs ziet men in het rond: er is niemand die ons omtrent derzelver stichting of wijze van opwerking inlicht. PriestermeetpoMer. De tot dusverre beschreven watering had eenen omtrek van ruim 15.000 meteren werd nog vergroot met de aandijkingen van Priestermeet en Bartelmeetdoch de tijd, waarin ook deze jongere polders zijn tot stand gekomen, ligt evenals die der andere, geheel in het duister, en beide zijn dan ook immer als onafscheidelijke deelen van de oudere dijkage aangemerkt. Uit de gesteldheid van den grond is evenwel na te gaandat Priestermeet vroeg moet zijn ontgonnen. Door gaande toch ligt het ingepolderde land laag en een groot ge deelte er van is evenals in het noordelijke gedeelte der oude wateringslechts voor weiland geschikt. De dijkwaarmede deze polder is aangewonnensloot op beide einden aan de waterkeering van Poortvliet aanhij werd door den Piuimpothet Maarloo en den Vosvliet bespoelden was bij zijnen aanleg ongeveer 3325 meter lang. Bartelmeetpolder. Wat Bartelmeetpolder betreftdeze is

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 60