55
te keeren 1). Later kwam de vloed langs dezen kant in nog
veel erger mate over Poortvliet's uitgestrekte velden heendoch
daarover straks nader. Wij keeren eerst nog tot den aan den
zuidkant gelegden binnendijk terug.
Beeds in 1570 toen de dijkage van Scherpenisse zoo zwaar
door de zee beschadigd was had men gezien van welk belang
de kortelings opgeworpen waterkeering voor deze gronden was
de vloeddie alstoen tot tegen haar buitenbeloop was voort-
gezweept, berokkende hier slechts geringe schade 2). Doch
vooral in 1645 moest men het op nieuw ervaren, met de op
werking van den voorschreven binnendijk een zeer nuttig werk
te hebben verrigt. Wel veroorzaakte de overstrooming van
Scherpenisse ook toen aan liet waterschap belangrijke schade
maar door het in allerijl aanbrengen van een en kistdam of eene kap
op de nieuwe waterkeering, kon de opgestuwde vloed toch nog
in tijds worden gekeerd. Het bleek echter nudat de gemaakte
afsluiting nog niet in allen deele aan hare bestemming beant
woordde en dat verbetering daarvan noodzakelijk was. Spoe
dig werd de aangebragte kap dan ook door eene geregelde ver
hooging en verzwaring vervangenterwijl het buitenbeloop
evenals van eenen zeedijkmet krammaten op de meest be
dreigde plaatsen zelfs met rijsbeslagwerd voorzien. Deze
tijdelijke verdediging was noodigwant zoolang het zeewater
de daarvoor gelegen gronden bedekte, lag de dijk aan eenen
waarlijk zwaren golfslag blootgesteld. J aonderscheidene malen
ontstond zelfs schade aan de zeeweringgroote hoeveelheden
van den nog niet //gezeten" grond spoelden van tijd tot tijd
wegen menig verdedigd vak vorderdevóór de dijkage van
Scherpenisse was beversclitvoor de tweede maal voorziening.
De ramp van den voorgelegen polder was dus ook voor dit
waterschap nog in het bijzonder nadeelig; want ten behoeve
van den zoo in tijds gelegden binnendijkdie ook tweemalen
Archief der polders van Poortvliet.
Archief der polders van Poortvliet en van de ambachtsheerlijkheid Westkerke.