56 achtereen over 20.000 vierkante meter was bekramdmoest de voor die tijden zeer hooge som van f 71,345 worden be steed. Hierbij kwam dat het waterschap nog met een geschot van f 12 per gemefc moest bijdragen in de kosten tot herbe dijking van Scherpenisse. Maar was de opgeworpen dijk er niet geweest, dan bad de schade nog veel meer bedragen, dan de som van f 128,578 welke nu daaraan en aan de watering van Scherpenisse was te koste gelegdwant in dat geval zou het zeewater ook zeker een gansch jaar de meestal lage velden hebben bedekt 1). Ten opzigte van dezen dijk diezooals wij zagende wa tering nu reeds tweemaal voor overslrooming had beveiligdzij hier nog opgemerktdat Veiüleije van Ciïïeiis in zijn Op komst en aanwas van de ambachtsheerlijkheid Poortvlietmeent, dat hij is eene oude waterkeeringlangs de Zoutee opgeworpen in tegenstelling van anderendie bewerendat hij eerst in 1645 is aangelegd 2). Noch het een, noch het ander is juist de oude waterkeering lag aan den kant van de hoeken Burge- meetStampersdijk en Engelaarsdijk langs de daar nog zigt- bare overblijfselen der waterendie eertijds Poortvliet en Scher penisse van elkander scheidden. De opgeworpen dijk, tegenwoordig onder den naam van den Poortvlietschen dijk bekendwerd steeds ten bate van het waterschap verpachtdoch later is hij van het dorp Scherpenisse tot aan den tegenwoordigen zeedijk, met de daaraan palende karrevelden in erfpacht uitgegeven aan J. L. van Vkijbeiighe voor eene som van 55 Vlaamsch per jaar. Blijkens het daar van op den 30 Julij 1676 opgemaakte //contract" hadden inge landen zich evenwel het regt voorbehoudenuit de karrevelden in de Bavenshoeken en in den Klaas van Steelandpolder aarde te halen tot herstelverhooging of verzwaring van den zeedijk zonder daarvoor van wege de watering eenige vergoeding zou Archief der polders van Poortvliet en Scherpenisse. Zeeuwsch jaarboekje van I860, pag. 52.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 66