2 bronnen worden omgezien, Eu schoon mij daarbij wel niet alles ter hand kwamwat tot bereiking van mijn oogmerk dienstig washeb ik toch niet geheel te vergeefs naar meer bescheiden gestreefd. Wat mij echter bij het vervaardigen dezer beschrijving van groot belang is geweestwas de bestudering der oude gesteld heid van het land, waarvoor de bronnen in den tegenwoordigen toestand nog altijd voorhanden zijn. Menige zaakdie door gemis aan geschreven oorkondenniet tot klaarheid te brengen waswerd daardoor duidelijken bij mijne aanteekeningen had ik dan ook indertijd de noodige kaarten gevoegd, waarop al wat betrekking had op vroegere toestandenvan tijd tot, tijd werd bijgewerkt. Waren op die schetskaarten eenmaal alle voormalige vlieten of kreken aangeduid en liet ik verder de tegenwoordige gesteldheid weg, dan bleef eene getrouwe afbeel ding van den onbedijkten staat der landen over. Dan ook hierbij had ik in enkele gevallen met moeijelijkheden te kampen, want niet alles wat wasis nog aanwezigen van grondendie sedert eeuwen met de zee gemeen liggen zijn natuurlijk alle sporen van vroegeren vorm verdwenen. Van dergelijke gronden moestook na alle inspanning ter verkrijging van andere ge gevens de oude gesteldheid veelal alleen bij benadering wor den bepaald. Dit een en ander nopens de wijze waarop deze beschrijving tot stand gekomen is; over het nuttige van den op die wijze door mij verrigten arbeid zal ik niet spreken. Ik laat het geheel aan meer bevoegd oordeel over na te gaan in hoeverre ik daarmede in het belang van de kennis der aloude gesteld heid van een belangrijk gedeelte van dit gewest, en inzonder heid van de geschiedenis van vele der daarin gelegen polders ben werkzaam geweest. Dit alleen kan ik verzekerendat de zamenstelling dezer beschrijving mij menig moeijelijk oogenblik heeft gekostdoch van den anderen kantmij ook vaak stof tot genoegen heeft verschaft, De schrijver.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 6