60 Bij deze op zich zelf reeds belangrijke uitgaven kwam echter nog een bedrag van 442 f 9 fi H Vlaamschhetwelk aan de ondergevloeide dijkage van Scherpenisse en Westkerke werd verstrekt Gelukkig was de in deze beschrijving zoo vaak genoemde dijk, die Poortvliet van de watering van Scherpenisse scheidt ook nu tegen het woedende water bestand geweest. Doch daar nu ook //de Loohoek," het zuidoostelijkste gedeelte van Scherpenisse was bezweken werd de Klaas van Steelandpolder van laatstgenoemde dijkage afgescheurden was reeds een gedeelte der nieuwe waterkeering voor den aanval der zee blootgevallen. Maar was ook hier de vloed voor deze watering nadeelig erger nog was het bij die gelegenheid aan den kant van Tholen gesteld. Zoo als wij reeds hierboven toch hebben opgemerkt lag het land aan die zijde nog altijd open; en daar tengevolge van gemelden storm nu ook de zeedijk van den "Vijftienhon- derdgemeten-polder was doorgebrokenstroomde het door de opening gejaagde zeewater door tot in Priestermeet 2). Groot was dus de door den vloed ook van dezen kant teweeggebragte schadewant langen tijd bleven de meestal laag gelegen gron den onder de golven bedolven. Deze gebeurtenis gaf evenwel nu ook aanleiding, om op eene betere afsluiting aan die zijde van het waterschap bedacht te zijn. De gelegenheid daartoe deed zich weldra als van zelve voor, daar in 1675 door de Staten aan de in 1671 bezoute polders" van Poortvliet en Tholen belangrijke voordeelen werden verleend met last daar mede de waterkeeringen te versterken en nog vóór het einde van het volgende jaar eenen inlaagdijk in den polder Schakerloo, toen ook een der meest bedreigde puntentot stand te bren gen 3). Op het deswege ontvangen berigt,, kwamen ingelanden der ondergevloeide polders spoedig bijeen om te beraadslagen Archief der polders van Poortvliet. Ibid. 3) Ibid.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 70