62
Zaai- of Vrouwendijk. Hierdoor toch werd bij eventueele door
braak van een1 der voorpolders van Tholende dijkage van
Poortvliet voor overstrooming behoed; terwijl bij «inundatie"
van het waterschap Poortvliet, ook wederkeerig de polders van
Tholen van ondervloeijing bleven verschoond J).
De daarop bijeengekomen ingelanden konden zich met deze
voorstellen nu wel vereenigenweshalve zij besloten voor het
verzwaren van den zeedijk en het leggen van den bedoelden
inlaagdijkde vereischte vergunning te verzoeken. Deze schijnt
ook spoedig te zijn verkregenwant nog in den daarop vol
genden zomer kwam een en ander tot stand.
Het beheer over de uit te voeren werken werd opgedragen
aan eene commissie van ingelanden uit de betrokken polders
terwijl de dijkgraaf, I. de Waijer, met het dagelijksch
toezigt werd belast.
De werken vorderden belangrijke sommen gelds; voor het ver
zwaren van den Schakerlooschen dijk over eene lengte van
608 roeden was eene uitgaaf van 2588 15 0 6 1 Vlaamsch
en voor het maken van den inlaagdijk in den polder Vijftien-
honderd-gemetenlang 191 roeden, eene van 589 5
Vlaamsch noodig geweest. Het totaal der uitgavendie van
onteigening daaronder begrepen beliep eene som van 4605
2 12 1 Vlaamsch of van f 27,630,61 van onze munt 3).
Het is noodig dat wij bij een gedeelte dezer werken bij
den inlaagdijknog eenige oogenblikken stil staan. Volgens
Ermerins is reeds in 1674 vergunning verleend voor het leg
gen van dezen dijkmaar blijkens het hiervoren uitgebragte
rapport, waarin zijne tot stand brenging werd aanbevolen, is
hij eerst in 1676 gelegd. Die schrijver houdt hem ook voor
den eigenlijken Vrouwendijk tegelijk meenende dat hij aldus
is genoemd, omdat verondersteld wordt, dat bij de optrekking
ook vrouwen hebben medegewerkt 8). Hiervan is echter niets
Archief der polders vau Poortvliet.
2) Ibid.
3) Hrjieuins, Beschrijving van Poortvlietpag. 100.